5.- AFSTELLING VAN DE ZITTINGHOEK
De zitting kan ten opzichte van de grond achterover worden
geleund, zodat de baby steeds zo comfortabel mogelijk kan
zitten of liggen. Trek aan de hendel aan de bovenkant van
de zitting en stel deze af in een van de drie mogelijke stan-
den.
10
OPGELET: Stand P is alleen bedoeld voor het inklappen
en mag niet gebruikt worden voor het vervoer van de
baby.
11
6.- GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSARMLEUNING
De veiligheidsarmleuning dient in de daarvoor bestemde ga-
ten van de zitting te worden aangebracht.
Desgewenst kunt u slechts één zijde openmaken. De armleu-
ning kan dan volledig naar een kant worden getrokken. Er
zijn om die reden enkele knoppen aan de onderkant.
WAARSCHUWING: Het kind moet verwijderd blijven van de
bewegende delen wanneer deze door een verantwoordelijke
volwassene worden gemanipuleerd.Bij het verrichten van deze
handelingen is het onvermijdelijk dat er snij- en samendrukkings-
punten zijn en dingen vastgeklemd kunnen komen te zitten.
7.-GEBRUIK VAN DE ZONNEKAP
Om de kap aan het zittingframe vast te maken dient de zit-
ting omhoog te worden geschoven tot aan de overeenkoms-
tige houders die zich in het midden bevinden. Gebruik de rits
waarmee de kap is uitgerust om deze aan het frame vast te
maken.
13 -13a
Doe hetzelfde in omgekeerde volgorde om
de kap los te maken.
8.- AFSTELLING VAN DE DUWSTANG
De duwstang kan in 7 verschillende standen worden afges-
teld. Druk de knoppen aan weerszijden van de duwstang
tegelijk in.
14
9.- VEILIGHEIDSRIEM
Uw wandelwagen beschikt over een veiligheidstuigje zodat
12-12a
uw kind steeds veilig is. Pas telkens wanneer u de wandelwa-
gen gebruikt de veiligheidsriem aan het kind aan.
10.- AFSTELLING VAN DE VOETSTEUN
De voetsteun kan in 5 verschillende standen worden afges-
teld. Druk de twee knoppen aan de binnenkant van het sto-
eltje tegelijkertijd met de duim in.
15
16
67