Hoofdstuk 7
Bladzijde 26
7
Reiniging en onderhoud
7.1
Veiligheidsmaatregelen
GEVAAR
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
7.2
Maatregelen inzake hygiëne
Het juiste gedrag van het bedieningspersoneel is doorslaggevend voor een optimale hygiëne.
Alle personen moeten voldoende geïnformeerd zijn over de lokaal geldende hygiënevoorschriften, en deze
voorschriften in acht nemen en opvolgen.
Wonden aan handen en armen met waterdichte pleisters afdekken.
Nooit op schoon serviesgoed of maaltijden hoesten of niezen.
7.3
Reiniging en onderhoud
Bij regelmatige reiniging en behoedzame behandeling eist de inductiewagenInductiewagen geen bijzonder
onderhoud, voor zover deze met de nodige zorgvuldigheid wordt behandeld.
Voor de regelmatige reiniging de inductiewagenInductiewagen met een zachte doek van binnen en van
buiten schoonvegen. Voor het reinigen een zachte schoonmaakdoek of een spons zonder beschermlaag
gebruiken. Vetoplossende vloeibare reinigingsmiddelen gebruiken die toegelaten zijn voor de
levensmiddelenindustrie.
In geen geval chloorhoudende reinigingsmiddelen, schuurpoeder of andere droge reinigingsmiddelen,
poetswol, staalsponsjes en/of scherpe voorwerpen gebruiken.
Met stof vervuilde ventilatorroosters aan de inductiegeneratoren aan de bodemplaat indien nodig
schoonmaken. Deze reiniging moet tijdens inspectiewerkzaamheden altijd worden uitgevoerd.
Inductiewagen
ITW
Gevaar door elektrische spanning
Elektrische spanning kan lijf en leven van personen ernstig bedreigen en tot
letsel leiden.
Neem voor begin van de reiniging het apparaat buiten bedrijf en beveilig deze
tegen onbevoegd opnieuw inschakelen.
Schade aan het apparaat door reinigingsmiddel
Agressieve reinigingsmiddelen kunnen het kunststof aantasten en het display
verkrassen. Voor het reinigen van het bedienveld daarom in geen geval
chloorhoudende reinigingsmiddelen, schuurpoeder of poetswol gebruiken.
Gebruikt u voor het reinigen van het bedienveld handwarm water en een
zachte doek.
Schade aan het apparaat door wasinstallatie
Inductiewagens zijn alleen optioneel geschikt voor wasinstallaties. Apparaten
die niet geschikt zijn voor wasinstallaties kunnen bij reiniging in een
wasinstallatie beschadigd worden.
Pleegt u in elk geval overleg met
wasinstallatie gereinigd wordt.
Reiniging en onderhoud
Veiligheidsmaatregelen
®
HUPFER
, voordat het apparaat in een
91249668_A2