land waarin u zich bevindt.
Opgelet: plaats het stoeltje niet op de voorste
passagiersstoel als er een actieve airbag voor zit.
Opgelet: steek niets tussen de bank en het
kinderstoeltje.
Opgelet: plaats het stoeltje nooit op draaibare
stoelen of op stoelen die tegen de rijrichting van
de auto in staan.
Het stoeltje installeren met Isofix en
steunpoot
Opgelet: het stoeltje kan met het Isofix-systeem
alleen in de posities worden geïnstalleerd die
staan aangegeven in de handleiding van het
voertuig. Raadpleeg deze handleiding alvorens
het stoeltje te installeren, om de compatibiliteit
van de verschillende passagiersstoelen met de
NL
maat en de bevestigingen van uw stoeltje te
controleren.
Opgelet: controleer vóór de installatie of uw auto
compatibel is met het Isofix-systeem. Raadpleeg
de paragraaf "lijst compatibele voertuigen".
Montage
Plaats
de
overeenstemming met de Isofix-bevestigingen.
De
beschermingen
montage en beschermen de stoelen (afb. 10).
Draai de steunpoot (C) naar voren om hem
helemaal te openen (afb. 11).
Druk op de knop (B) en duw het Isofix-systeem
geheel naar achteren zodat de Isofix-klemmen
helemaal eruit komen (Q) (afb. 12).
Controleer of de indicatoren op de hendels (R)
rood zijn. Zo niet, beweeg dan de hendel (R)
zoals in de afbeelding (13) tot de indicatoren op
rood klikken.
Plaats het stoeltje op de autostoel.
Steek
de
klemmen
beschermingen.
Duw het stoeltje naar achteren om de twee
Isofix-klemmen in de bevestigingen van de auto
te laten klikken (fig. 14). U dient duidelijk twee
klikken te horen.
Opgelet: controleer of de indicatoren op de
hendels (R) groen zijn. Zo niet, dan is het stoeltje
niet goed bevestigd.
Probeer het opnieuw te bevestigen.
Druk op de knop (B) en verplaats het stoeltje
een beetje meer naar de autostoel (afb. 15).
Duw het stoeltje naar achteren tot het goed
tegen de rugleuning van de autostoel zit.
Opgelet: controleer opnieuw of de bevestiging
stoelbeschermingen
vergemakkelijken
(Q)
in
de
goed is gegaan door het stoeltje heen en weer
te bewegen.
De steunpoot instellen
Druk op de knop (F) en stel de lengte van de
poot in (C) tot deze de vloer van de auto raakt.
(afb. 16).
Om de lengte goed in te stellen dient u te
controleren of de steunvoet (E) de vloer van de
auto raakt en het stoeltje op de autostoel staat.
Controleer of de indicator (D) groen is.
Controleer of de poot goed vastzit, dat wil zeggen
dat het niet mogelijk is de lengte te veranderen
zonder de knop (E) in te drukken.
Het stoeltje demonteren
Trek de hendel (R) naar voren om de Isofix-
klemmen los te maken. Wanneer de klemmen
niet meer bevestigd zijn, worden de indicatoren
op de hendels (R) rood.
Haal het stoeltje van de autostoel.
We raden aan de steunpoot weer in zijn kortste
stand te zetten door op de knop (F) te drukken
en de poot (C) naar boven te duwen. Draai de
steunpoot onder het stoeltje zodat hij niet in de
weg zit.
in
Het stoeltje installeren met de
de
veiligheidsgordel van de auto
Als uw auto niet voorzien is van compatibele
Isofix-bevestigingspunten, kunt u het stoeltje
vastzetten met de veiligheidsgordel van de auto,
en met gebruik van de steunpoot. Raadpleeg de
paragraaf "lijst compatibele voertuigen".
Het stoeltje in de auto monteren
Opgelet: als het stoeltje met de autogordel wordt
gemonteerd, plaats het dan niet op een autostoel
twee
die alleen een horizontale gordel heeft.
Zet het stoeltje op de autostoel zodat het volledig
tegen de zitting en rugleuning rust (afb. 17).
Opgelet:
de
veiligheidsgordels zijn rood gekleurd. Steek
de veiligheidsgordels van het voertuig niet op
andere plaatsen dan de aangeduide.
Houd het stoeltje volledig naar voren om
het doorhalen van de veiligheidsgordels te
vereenvoudigen.
Haal de buikgordel van de auto over het
onderstel (S) en het stoeltje heen (N) (afb. 18).
Bevestig de veiligheidsgordel van de auto (afb.
19).
Haal het klepje van de gordelsluiting (P) op de
20
doorvoerpunten
voor
de