Bediening
Plaats en werking van de bedieningselementen
5
Bediening
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Voor ieder gebruik moet de banketwagen op uiterlijke herkenbare beschadigingen en gebreken worden
gecontroleerd, in het bijzonder bij de veiligheidsvoorzieningen. Bij optredende schaden onmiddellijk de
bevoegde instanties informeren en de banketwagen niet in bedrijf nemen.
5.1
Plaats en werking van de bedieningselementen
De bedieningselementen van de verwarmde banketwagen zijn onder de deur aan de afdekking van de
warmtemodule geplaatst.
Afbeelding 5
1
Knop van de veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB)
2
Draaiknop aan-/uitschakelaar met thermostaat
3
Controle lampje
91101983_A4
Schade aan het apparaat
Volgeladen banketwagens kunnen op ongelijke vloeren of een steile helling
uit het gelijkgewicht komen en kantelen.
Beweeg de banketwagen uitsluitend over een vlakke bodem.
Vang door invloed van buitenaf of door onachtzaamheid tot kantelen
gebrachte banketwagen nooit handmatig op.
Schade aan het apparaat
De netstekker van het apparaat mag niet onder belasting worden aangesloten
of er worden uitgetrokken. Het apparaat moet uitgeschakeld zijn (markering
van de draaiknop aan-/uitschakelaar met thermostaat wijst naar boven).
Alleen in noodgevallen mag de stekker onder belasting eruit worden
getrokken.
Zorg er altijd voor dat het apparaat uitgeschakeld is voordat u de netstekker
erin steekt of eruit trekt.
Warmtemodule met bedieningselementen
BKW1/14 L-GN | BKW1/20 L-GN | BKW1/36 B-GN | BKW1/14 L-GN+5PK | BKW1/28 B-GN+10PK | BKW1/23 L-GN
Hoofdstuk 5
Bladzijde 21
Banketwagen verwarmd | neutraal