•
t4 temperatuur sensor buitenlucht
•
cS1 setpoint 1 in de koelingwerkwijze
•
cS2 setpoint 2 (Eco) in de koelingwerkwijze
•
CHC werkuren compressor
•
HS1 setpoint 1 in verwarmingswerkwijze
•
HS2 setpoint 2 (Eco) in verwarmingswerkwijze
Handel als volgt om genoemde temperaturen/sets weer te geven:
3.2.3
Gebruikersmenu
Via het bedieningspaneel van de binnenunit is het bovendien mogelijk de volgende functies te activeren, die vanuit het
gebruikersmenu gewijzigd kunnen worden:
•
KLOK
•
TIMER
Met deze functie is het mogelijk het systeem één keer per dag te starten en uit te schakelen.
parameter Sto wordt het tijdstip van uitschakeling van het systeem ingesteld.
•
NACHTWERKING
Met de nachtwerkwijze worden het rendement en het geluid van het systeem beperkt.
einde met parameter nSP.
•
SETPOINT KOELING
Het is mogelijk de thermostaat voor twee verschillende koeltemperaturen van het water in te stellen met de parameters CS1
en CS2.
De temperatuur CS2 zal gebruikt worden door de Eco-werkwijze tijdens de koeling te activeren.
•
SETPOINT VERWARMING
Het is mogelijk om de thermostaat voor twee verschillende verwarmingstemperaturen van het water in te stellen met de
parameters HS1 en HS2.
De temperatuur HS2 zal gebruikt worden door de Eco-werkwijze tijdens de verwarming te activeren.
•
SETPOINT SANITAIRWATER
Het is mogelijk de thermostaat in te stellen voor een verwarmingstemperatuur van het water, met parameter HS3.
•
KLIMAATCURVEN
Om de energiebesparing te optimaliseren, zijn twee klimaatcurven beschikbaar, een voor de verwarming en een voor de
koeling. Deze functie maakt het mogelijk de temperatuur van het water aan te passen aan de buitenlucht, en dus aan de
thermische lading, waardoor de energiebesparing van het systeem geoptimaliseerd wordt.
De klimaatcurven moeten op adequate wijze in de installatie ingesteld worden door geautoriseerd personeel, dat enkele
parameters in het servicemenu wijzigt.
curve buitengesloten en werkt het systeem met de setpoints Hs1 en Hs2.
buitengesloten en werkt het systeem met de setpoints Cs1 en Cs2.
3.3
INSTELLING VAN DE PARAMETERS VAN HET GEBRUIKERSMENU
voor User (gebruiker) weergeven.
parameter getoond wordt. Laat met de op- en neerpijlen vervolgens alle parameters van het gebruikersmenu weergeven. Druk
opnieuw op de knop info/set om de waarde van de parameter weer te geven, druk opnieuw gedurende 3 seconden op info/set
, Druk op
Druk op menu om te verlaten en op de pijlen om een andere parameter te selecteren.
Ga voor de andere parameters op dezelfde wijze te werk.
Na 60 seconden wordt het menu automatisch verlaten zonder op ook maar een enkele knop te drukken, of door gelijktijdig op
, waarna het display t1 toont
, voor de weergave van de andere mnemonische waarden op het display
, waarna de gemeten waarde van de temperatuur/set weergegeven wordt
om de werkwijze temperaturen/set te verlaten
is het mogelijk het gebruikersmenu binnen te gaan. Door op de knop te drukken, zal het display Usr
om te bevestigen.
te drukken.
, om het menu binnen te gaan waarna de eerste
3
73