Illustratie 3.10. Voorbeeld van voedingsaansluitingen van het relais verbonden aan een digitale uitgang.
Voor elke relais is de uitschakeling van aansluitcontacten (stroomvoerend + neutraal)
toegelaten met een vermogen van 8 A/250 Vac per aansluitcontact. Indien het te
bedienen apparaat deze capaciteit overschrijdt, moet een externe relais worden
geïnstalleerd.
▪
OPMERKING
3.9. Installatie of vervanging van de modules
Met het e-system kan het overschot worden geaccumuleerd dat gegenereerd wordt in
de panelen, zowel warmte als koude, via de regeling van de wartepomp die
communiceert met het systeem en ook rechtstreeks in de modules van lithium accu's
die opgenomen zijn.
Het accumulatiesysteem in accu's bestaat uit een modulair systeem dat de
parallelschakeling mogelijk maakt van vijf modules met een capaciteit van 2,4 kWh elk
(dit betekent een maximale capaciteit van 12 kWh). Het ecoSMART e-system wordt
standaard verdeeld met minstens één accumodule hierin, maar de opslagcapaciteit kan
in productie worden geconfigureerd afhankelijk van de behoeften van uw installatie.
Hoewel de lithium-ion accu's geen regelmatig onderhoud vereisen, is het mogelijk dat u
op een bepaald ogenblik wenst uw opslagvermogen te updaten, of kan het nodig zijn
Let in het bijzonder op het maximumverbruik, toegelaten voor elke relais. Gebruik, indien
nodig, een tussenliggende relais om de aansluiting uit te voeren.
197
Installatie-handleiding ecoSMART e-system
L N
NC : 22/12
COM : 21/11
NO : 24 / 14
NC
COM
NO
PE