•
Ballonnen van > 4 cm lengte kunnen de werking van de tricuspidalisklep beïnvloeden
en deze beschadigen. Ballonnen van meer dan 4 cm lengte worden best niet gebruikt
bij kinderen van < 10 jaar oud.
•
Gebruik uitsluitend een geschikt ballonvulmiddel. Gebruik geen lucht of een gasvormig
vulmiddel om de ballon te vullen.
•
Deze katheter is niet bestemd om de druk te meten, of vloeistof te injecteren.
•
Verwijder nooit de voerdraad uit de katheter tijdens de operatie.
•
Dit hulpmiddel is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Het mag niet opnieuw
worden gesteriliseerd en/of opnieuw gebruikt, aangezien dit de prestaties van het
hulpmiddel kan aantasten en kan leiden tot een verhoogd risico op kruisbesmetting.
•
De katheter dient voor de op het verpakkingslabel onder 'Use Before' (Uiterste
gebruiksdatum) opgegeven uiterste gebruiksdatum te worden gebruikt.
•
Beschadiging van het uitstroomkanaal van het rechter ventrikel (RVOT) werd
waargenomen met ballonnen van meer dan 1,5 maal de afmetingen van de klepring.
•
De katheter is uitsluitend bestemd voor valvuloplastiektoepassingen en is niet bestemd
voor angioplastiek.
•
DE KATHETER IS NIET BESTEMD OM MET STENTS TE WORDEN GEBRUIKT.
V
OORZORGSMAATREGELEN
•
Dilatatie dient onder fluoroscopische geleiding en met gebruik van geschikte
doorlichtingapparatuur te gebeuren.
•
Voerdraden zijn delicate instrumenten. Ze dienen met zorg te worden gehanteerd om
de kans op breuk te helpen vermijden.
•
Er dient, alvorens verder te gaan, zorgvuldige aandacht te worden besteed aan het
behoud van nauwsluitende katheteraansluitingen en aan het opzuigen om
luchttoetreding in het systeem te voorkomen.
•
Onder geen enkele omstandigheid mag enig deel van het kathetersysteem tegen
weerstand in worden opgevoerd. De oorzaak van de weerstand dient onder
fluoroscopische doorlichting te worden achterhaald, en de nodige maatregelen moeten
worden getroffen om het probleem te verhelpen.
•
Als er bij het verwijderen weerstand ondervonden wordt, moeten de ballon, de
voerdraad en de huls samen als een geheel worden verwijderd, vooral als er breuk of
lekkage van de ballon vastgesteld is, of vermoed wordt. Om dit te doen neemt u de
ballonkatheter en de huls als een geheel stevig vast, en trekt u ze beide tezamen terug,
met een voorzichtig draaiende en tegelijkertijd trekkende beweging.
•
Alvorens de katheter uit de huls te verwijderen is het uitermate belangrijk dat de ballon
volledig leeggelopen is.
•
Een goede werking van de katheter is afhankelijk van zijn integriteit. De katheter dient
met zorg te worden gehanteerd. Door knikken, uitrekken of met overmatige kracht
afvegen kan de katheter beschadigd worden.
G
EBRUIKSAANWIJZING
Onderzoek voorafgaand aan de valvuloplastiek alle apparatuur en instrumenten die tijdens de
procedure gebruikt gaan worden, waaronder de katheter, en controleer ze op een goede werking
en of de maat van de katheter geschikt is voor de specifieke procedure waarvoor het instrument
bedoeld is.
LET OP: VERWIJDER DE BALLONBESCHERMER PAS ALS DE BALLON GEHEEL IS
LEEGGEMAAKT.
1.0 Bevestig de driewegkraan aan de ballonvulpoort van de katheter.
2.0 Vul het vulinstrument met drukmeter met ongeveer 6 ml fysiologische zoutoplossing.
Bevestig dit instrument aan de rechte poort van het kraantje en draai de hendel om de lege
poort te sluiten.
32