Nederlands - Vetus NLPG 40 Instrucciones De Instalación

Sifón
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

Het bovendeel van de zwanenhals is 360˚ draaibaar.
Het bovendeel dient als volgt verdraaid te
worden:
1 Schroef de klemband los
2 Draai het bovendeel in de gewenste stand
3 Schroef de klemband voldoende stevig
vast, met een aanhaalmoment van 0,3 Nm
De zwanenhals dient, indien mogelijk, direct boven de uitlaat-
demper te worden opgesteld, zie tekening 1 en 3. Dit beperkt
de hoeveelheid teruglopend water tussen het hoogste punt en
uitlaatdemper.
Indien de zwanenhals direct op de spiegeldoorvoer wordt
gemonteerd, dient met de maximale lengte van de uitlaatleiding
tussen de uitlaatdemper en het hoogste punt rekening te wor-
den gehouden, zie tekening 2 en 4.
Monteer
de
zwanenhals
met
de meegeleverde
ty-raps
®
.
De
zwanenhals
is
voorzien
van
sleuven.
Hierin
dienen
de
ty-
raps
®
geplaatst te
worden.
Uitlaatleiding
Om een goede afvoer van het in de uitlaatleiding geïnjecteerde
koelwater te verzekeren dient de uitlaatleiding, vanaf het wate-
rinjectiepunt tot aan de uitlaatdemper, over de volledige lengte
op afschot te worden geïnstalleerd.
De uitlaatleiding bevat tijdens bedrijf water. Het gewicht neemt
hierdoor aanzienlijk toe, ondersteun daarom de uitlaatleiding.
De uitlaatleiding van uitlaatdemper naar spiegeldoorvoer moet
zo worden geïnstalleerd dat:
- Het hoogste punt in de uitlaatleiding zich niet meer dan
Zwanenhals NLPG
150 cm boven de onderzijde van de uitlaatdemper bevindt.
- De lengte van dat deel uitlaatleiding, tussen de uitlaatdemper
en het hoogste punt, niet meer dan 300 cm bedraagt.
Het monteren van de slang
Gebruik uitsluitend water en/of zeep, dus geen vet- of oliehou-
dende producten, om het monteren van de slang op de slan-
gaansluitingen te vereenvoudigen.
Monteer elke slangverbinding met 2, roestvaststalen - 12 mm
brede, slangklemmen.
Installatievoorbeelden
Afgebeeld op blz. 15 zijn uitlaatsystemen met een uitlaatdem-
per, type NLPH, een zwanen-hals type NLPG en een uitlaatspie-
geldoorvoer.
De inloop van achteropkomend water wordt vrijwel volledig
voorkomen door het extra hoogteverschil in de zwanenhals.
Na het stoppen van de motor zal het water dat zich nog in de
uitlaatleiding bevindt (tussen hoogste punt uitlaatsysteem en
uitlaatdemper) teruglopen naar de uitlaatdemper.
Voorkomen van hevelen (tekening 3 & 4)
Indien het waterinjectiepunt 'C' zich onder of minder dan 15 cm
boven de waterlijn bevindt (ook als het schip onder een helling
vaart) bestaat het gevaar dat bij stilstand van de motor het koel-
water door de hevelwerking in de motor kan komen. Dit hevelen
kan op twee manieren worden voorkomen:
Door in de koelwaterslang tussen motorblok en waterinjec-
tiepunt 'C' een beluchting te maken, bijvoorbeeld door een
beluchter met beluchtingsleiding te plaatsen.
De beluchtingsleiding kan op een eigen huiddoorvoer (H)
worden aangesloten of op de hiervoor bestemde aansluiting
op de zwanenhals (G).
Let op: De zwanenhals wordt geleverd met de aansluiting
(G) dicht!
Als de beluchtingsleiding op aansluiting (G) wordt aangeslo-
ten dient deze eerst te worden doorgeboord. Pas een boor
toe met een diameter van 4 mm.
Door in de koelwaterslang tussen motorblok en waterinjec-
tiepunt 'C' een beluchter (met klep) aan te brengen.
Onderhoud
Controleer regelmatig alle slangverbindingen op gas- en water-
dichtheid.
Tap alvorens het schip in de winterberging ingaat de uitlaat-
demper af. De uitlaatdemper is voorzien van een aftapplug.

NEDERLANDS

3
030428.02

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Nlpg 45Nlpg 50Nlpg 60Nlpg 75Nlpg 90

Tabla de contenido