Nl Sera Pond Sp Vijverpompen - Sera PRECISION SP Serie Manual De Instrucciones

NL Gebruikersinformatie
sera pond SP vijverpompen 500, 1500, 2000
Graag volledig en aandachtig doorlezen. Bewaar dit, zodat u het later gebruiken kunt.
De sera pond SP vijverpompen overtuigen door hun com-
pacte en robuuste bouwwijze evenals hun geringe energiever-
bruik. De vorm van de pomp en het pompvermogen werden
geoptimaliseerd.
Veiligheidsinstructie!
Trek voor alle werkzaamheden aan de pomp, fontein of vij-
ver van alle elektrische apparaten in het water de netstek-
ker uit het stopcontact! Elektrische apparaten, die in het
water worden gebruikt, moeten door middel van een FI-
resp. RCD-veiligheidsschakelaar worden beveiligd.
Gebruik en toepassingen
De sera pond SP vijverpompen zijn bijzonder geschikt voor
het gebruik van een waterspel of een beekloopje.
Voor de werking van vijverfilters of dergelijke installaties, die
een permanente watertoevoer nodig hebben, raden wij u de
krachtigere sera pond PP vijverpompen aan.
De levering omvat (afb. 1)
1.1 sera pond SP vijverpomp met 10 m kabel
1.2 Instelbaar waterspel-opzetstuk met verlengingen
en T-stuk
1.3 Slangaansluitstuk Ø 19 mm
1.4 Rubber voetjes
1.5 Fonteinsproeikoppen
Het benodigde gereedschap en hulpmiddelen
Sleufschroevendraaier
Kruiskopschroevendraaier
Handschoenen
Schaar
Siliconeolie
Onderdelenlijst (afb. 2)
2.1 Motorblok met pompkamer
2.2 Aansluiting voor slangaansluitstukken en voor
waterspel-opzetstuk
2.3 Aandrijfeenheid bestaande uit
2.3.1 Lagers
2.3.2 Rotor
2.3.3 Keramische as
2.3.4 Magneetrotor
2.4 Afdichtingsring
2.5 Pompkamerdeksel
2.6 Filterspons
2.7 Pompkorf
2.8 T-stuk
2.8.1 Stromingsregelaar voor waterspel
2.8.2 Stromingsregelaar voor aftakking
2.8.3 Insteekaansluiting voor waterspel-opzetstuk
2.9 Waterspel-opzetstuk
2.9.1 Verlengingen (2 stuks)
2.9.2 Sproeikophouder
2.9.3 Sproeiers
2.10 Slangaansluitstuk
Opbouwhandleiding
Gebruik als beeklooppomp of filterpomp
De slang aansluiten
Via het slangaansluitstuk (2.10) kunnen slangen met een bin-
nendiameter van 19 mm worden aangesloten. Schuif een
slangklem over de vijverslang. Knip het uiteinde van de slang
met een schaar recht af. Schuif nu de slang over het aansluit-
stuk. Schroef de slang nu met de slangklem vast. Hiervoor
heeft u een sleufschroevendraaier nodig.
Standplaats
De pomp moet niet direct op de bodem van de vijver geplaatst
worden, maar ca. 20 cm daarboven, b.v. op een steen. Zo
wordt voorkomen, dat de pomp molm en met name zand aan-
zuigt, wat tot snellere slijtage kan leiden.
Gebruik als fonteinpomp
Schroef het waterspel-opzetstuk erop
Het T-stuk (2.8) met de stromingsregelaars (2.8.1 / 2.8.2) kan
optioneel worden ingebouwd. Het T-stuk wordt met de
schroefdraad naar beneden in de aansluiting van het motor-
blok (2.2) geschroefd.
Steek het waterspel-opzetstuk (2.9.1 / 2.9.2) in elkaar. Desge-
wenst kunt u de twee verlengingen (2.9.1) samen of ook afzon-
derlijk gebruiken. Wilt u de verlengingen (2.9.1) zonder T-stuk
(2.8) gebruiken, schroef dan boven aan het T-stuk de insteek-
aansluiting (2.8.3) voor het waterspel-opzetstuk eraf. Schroef
de insteekaansluiting (2.8.3) in de aansluiting (2.2) boven op
het motorblok en steek de verlenging (2.9.1) in de insteekaan-
sluiting.
De pomp moet zich minimaal 10 cm onder het wateroppervlak
bevinden, zodat er bij een werkende pomp niet steeds lucht
aangezogen wordt.
De waterdoorstroming voor het waterspel (2.9.1 / 2.9.2) kan
door de stromingsregelaar te draaien (2.8.1) worden ingesteld.
Dit mag echter alleen worden gedaan als de pomp werkt. Om
een mogelijke elektrische schok te voorkomen, moet telkens
voordat het waterspel anders ingesteld wordt de pomp worden
uitgeschakeld. Let erop dat de stromingsregelaar voor het wa-
terspel (2.8.1) van het waterspel-opzetstuk (2.9) niet volledig
dichtgedraaid wordt, omdat het waterspel-opzetstuk (2.9) er
anders afspringen kan.
Inbedrijfstelling
Voordat u de pomp inschakelt, moet u ervoor zorgen, dat er
zich geen personen in het water bevinden en geen geleidende
delen met het water verbonden zijn. Zodra de stekker erin ge-
stoken wordt, begint de pomp te lopen. De pomp heeft geen
aparte in-/uitschakelaar. De pomp is voor continubedrijf be-
stemd, maar mag niet drooglopen, omdat het motorblok met
water gekoeld wordt en de keramische lagers met water ge-
smeerd worden. Komt er na enkele seconden geen water, de
pomp weer uitschakelen en controleren of er niets verstopt zit.
Pas daarna de pomp weer inschakelen.
14