INHOUDSOPGAVE
OVER DEZE HANDLEIDING ................................................................................................................... 1
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................................................................................ 2
ALGEMENE PRODUCTINFORMATIE ..................................................................................................... 3
BEOOGD GEBRUIK ................................................................................................................................ 3
ONREGLEMENTAIR GEBRUIK ............................................................................................................... 4
INSTALLATIE........................................................................................................................................... 4
VOORDELEN EN UITRUSTING .............................................................................................................. 5
AANSLUITING ......................................................................................................................................... 5
MONTAGE ............................................................................................................................................... 8
CONTROLE OP DICHTHEID ................................................................................................................. 10
INBEDRIJFSTELLING ........................................................................................................................... 10
BEDIENING ........................................................................................................................................... 11
ONDERHOUD ........................................................................................................................................ 11
VERVANGING ....................................................................................................................................... 11
AFVOEREN ........................................................................................................................................... 13
TECHNISCHE GEGEVENS ................................................................................................................... 13
LIJST VAN TOEBEHOREN .................................................................................................................... 13
GARANTIE ............................................................................................................................................. 14
TECHNISCHE WIJZIGINGEN ................................................................................................................ 14
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Wij hechten veel waarde aan uw veiligheid en die van anderen. Daarom hebben we in deze
montage- en gebruiksaanwijzing veel belangrijke veiligheidsvoorschriften opgenomen.
Wij verzoeken u alle veiligheidsvoorschriften en overige instructies te lezen en op te
volgen.
Dit is het waarschuwingssymbool. Dit symbool waarschuwt u voor mogelijke
gevaren die zowel voor u als voor anderen de dood of verwondingen tot gevolg
kunnen hebben. Alle veiligheidsvoorschriften worden aangegeven met een
waarschuwingssymbool, gevolgd door het woord "GEVAAR", "WAARSCHUWING"
of "VOORZICHTIG". Deze woorden betekenen:
Heeft de dood of zware verwondingen tot gevolg.
Heeft de dood of zware verwondingen tot gevolg.
Heeft lichte of matige verwondingen tot gevolg.
Heeft invloed op het lopende bedrijf.
verwijst naar informatie
Uitlopende vloeibare brand- en motorbrandstoffen:
• gevaar voor het aquatisch milieu
• zijn ontvlambare vloeistoffen van de categorie 1, 2 of 3
• kans op ontbranding en brandwonden
• kans op letsel door uitglijden
Bij onderhoudswerkzaamheden brand- en motorbrandstoffen opvangen!
2 / 14
wijst op gevaar voor personen met een hoog risico.
wijst op gevaar voor personen met een gemiddeld risico.
wijst op gevaar voor personen met een laag risico.
wijst op mogelijke materiële schade.
verwijst naar een oproep een handeling uit te voeren
Apparaat nr. 13 852 50 c