6 BETEKENIS VAN DE AFZONDERLIJKE PARAMETERS
6.1
Menu Gebruiker
Wanneer u vanuit het hoofdmenu op de toets MODE drukt (of het selectiemenu gebruikt door op+ of - te drukken), komt u in het
MENU GEBRUIKER. Door binnen dit menu nogmaals op de toets MODE te drukken, worden achtereenvolgens de volgende
grootheden weergegeven.
6.1.1
FR: weergave van de rotatiefrequentie
Actuele rotatiefrequentie waarmee de elektropomp wordt aangestuurd in [Hz].
6.1.2
VP: weergave van de druk
Druk van de installatie gemeten in [bar] of [psi] afhankelijk van het gebruikte matenstelsel.
6.1.3
C1: weergave van de fasestroom
Fasestroom van de elektropomp in [A].
Onder het symbool van de fasestroom C1 kan een rond knipperend symbool verschijnen. Dit symbool betekent dat er een vooralarm
is wegens overschrijding van de toegestane maximumstroom. Als het symbool met regelmatige tussenpozen knippert, betekent dit
dat de beveiliging tegen te hoge stroom actief aan het worden is en hoogstwaarschijnlijk in werking zal treden. In dit geval is het
goed om te controleren of de instelling voor de maximumstroom van de pomp RC correct is, zie par 6.5.1 en ook de aansluitingen op
de elektropomp te controleren.
6.1.4
PO: Weergave van het afgegeven vermogen
Aan de elektropomp afgegeven vermogen in [kW].
Onder het symbool van het gemeten vermogen PO kan een rond knipperend symbool verschijnen. Dit symbool betekent dat er een
vooralarm is wegens overschrijding van het toegestane maximumvermogen.
6.1.5
SM: systeembewaking (monitor)
Toont de status van het systeem in het geval van een multi inverter installatie. Als er geen communicatie is, wordt een pictogram
weergegeven dat afwezige of onderbroken communicatie voorstelt. Als er meerdere onderling verbonden inverters zijn, wordt voor
elk van deze inverters een pictogram weergegeven. Het pictogram heeft het symbool van een pomp en hieronder staan tekens die
de status van de pomp aanduiden.
Afhankelijk van de werkingsstatus ziet u de aanduidingen die weergegeven zijn in Tabel 15.
Status
Inverter in run
Inverter in standby
Inverter in
fouttoestand
Als de inverter als reserve geconfigureerd is, is het bovenste gedeelte van het pictogram dat de motor voorstelt gekleurd, de
weergave blijft analoog aan Tabel 15 met het verschil dat in geval van stilstaande motor F in plaats van Sb wordt aangegeven.
In het geval RC niet is ingesteld op één of meer inverters, verschijnt er een A op de plaats van de statusinformatie (onder alle
pictogrammen van de aanwezig inverters), en zal het systeem niet starten.
NEDERLANDS
Weergave van het systeem
Pictogram
Symbool van de pomp die
draait
Statisch pompsymbool
Statisch pompsymbool
Tabel 15: weergave van de systeembewaking SM
Statusinformatie onder het pictogram
Aangestuurde frequentie in drie cijfers
383
SB
F