Training
Verhoog na het opwarmen de intensiteit volgens je gewenste trainingsprogramma. Zorg ervoor dat de
intensiteit voor maximaal vermogen wordt gehandhaafd. Adem regelmatig en diep tijdens de training -
houd in geen geval je adem in.
Afkoelen
Sluit elke training af met een lichte jogging of wandeling van ten minste 1 minuut. Om te voltooien, doe
je rekoefeningen gedurende 5 tot 10 minuten om volledig af te koelen. Dit verhoogt de flexibiliteit van je
spieren en voorkomt problemen na de training.
Deze tips zijn alleen algemene suggesties voor een trainingsprogramma. Raadpleeg indien nodig je arts
voor advies naargelang je persoonlijke behoeften.
OEFENING 1: LICHT JOGGEN.
Hef je knieën niet te hoog tijdens het joggen. Maak geen
stuiterende en springende bewegingen. Stabiliseer de beenas
op de juiste manier (houd de voet, de knie en de heupen in
een lijn, vermijd X-benen). Afhankelijk van het uithoudingsver-
mogen tussen 5 en 45 minuten.
OEFENING 3: GEWICHT NAAR EEN BEEN VERPLAATSEN,
HET NIET-BELASTE BEEN ZIJWAARTS NAAR DE TRAM-
POLINERAND BEWEGEN.
Benen op heupbreedte in kniebuiging, handen in de taille onder-
steunen, bovenlichaam licht naar voren. De beenas stabiliseren.
Kniebuigpositie niet veranderen. Daarna terug naar de uitgangspo-
sitie. 10 x herhalen.
ENKELE TRAININGSTIPS
OEFENING 2: ZIJWAARTS VAN EEN BEEN NAAR HET
ANDERE SPRINGEN.
Kom neer in een lichte kniebuiging. Stabiliseer de beenas op de
juiste manier (houd de voet, de knie en de heupen in een lijn,
vermijd X-benen). Van 1 tot 3 minuten. Ga daarna weer naar de
loopbeweging (oefening 1).
116