Afb. 1: Opbouw EcoDrift
1.
Filterkorf
2.
Rotor opbouw
3.
Motorblok
4.
Rubber afdichting
Voor beschikbare reserve onderdelen, zie de website www.aqua-medic.de.
De pomp mag uitsluitend onder water gebruikt worden. De max. diepte bedraagt 1 m. De
pomp moet op minimaal 10 cm diepte onder het water oppervlak geplaatst worden, zodat deze geen
lucht kan aanzuigen. De pomp is ontworpen als stromingspomp. Er kunnen geen leidingen op
aangesloten worden voor het op pompen van water. De EcoDrift heeft een keramische lager die de
eerste dagen moet inlopen. Op dat moment kan men een iets hoger geluidsniveau ervaren.
Bevestiging: De bevestiging aan het aquarium gaat met hulp van magneten. Men haalt het
buitenste deel van de magnetische zuignap voorzichtig uit de magneet houder zonder de trillingen
te breken uit de houder (7). De pomp met de houder wordt vervolgens in het aquarium geplaatst op
de gewenste plaats wordt de schijf toegepast vanaf de buitenzijde van de tweede magneet in de
juiste positie. Verwijder nooit de buitenste magneet, zonder deze eerste uit te zetten en houd de
pomp vast.
Zodat er geen lucht wordt aangezogen van uit het oppervlakte, moet de pomp geplaatst worden op
ongeveer 10 cm onder het water oppervlak of onderzijde bodem, zodat er geen zand of fijn grind
opgezogen wordt, bevestig de pomp niet te dicht bij de aquarium bodem. Door het draaien van de
magneet en het vast houden van de pomp kan de houder in alle richtingen worden verplaatst.
Voorzichtigheid: De pomp is voorzien van een sterke magneet zuignap die de pomp vast en stabiel
houd. Maar toch raden wij u aan de pomp niet boven waardevolle dieren te hangen mocht de pomp
toch loslaten en de dieren beschadigen.
De pomp is aan de voorzijde open. Zij dient derhalve nooit ongecontroleerd, te worden
gestart door bijvoorbeeld, een timer. Het zou kunnen dat er dieren in de toevoerzeef zitten deze
kunnen beschadigd of gedood worden door de propeller als deze start.
Veiligheid
De pomp is alleen goedgekeurd voor gebruik in een afgesloten ruimte. De aansluitkabel
en de stekker van de pomp mag niet worden vervangen. In geval van beschadiging van de
6. EcoDrift Control
kabel, mag de pomp niet worden gebruikt.
4. EcoDrift Control 0 – 10 V
Om het onregelmatige stromen te controleren tussen voeding van de computer en de pomp wordt
de computervoeding tussen het netstroom en pomp geplaatst. Bescherm deze tegen condens en
houd een maximale vochtigheid van 80% aan. De controller voor de EcoDrift 4.1 is kleiner en
kan niet worden gebruikt om de grotere modellen aan te sturen. Bovendien heeft
deze geen aansluiting voor een lichtsensor.
18
6.
Console
7.
Trilling demper
8.
Rubber ring
9.
Buitenste magnet