3. Als de voet eerder is gebruikt met
het i-Venture stoeltje, moet u de
teruglsagbalk verwijderen als in
afbeelding
5
!
Berg hem veilig op voor later
gebruik met het i-Venture-stoeltje
6
4. Druk op de ISOFIX-ontgrendelknop
aan weerszijden van de voet en
trek de ISOFIX-aansluitingen naar
buiten.
7
5. Lijn de ISOFIX-aansluitingen uit met
de ISOFIX-ankerpunten en klik beide
ISOFIX-aansluitingen in de
ISOFIX-ankerpunten.
8
!
Controleer of de voet goed vast
zit door aan beide ISOFIX-
connectoren te trekken.
6. Er zijn 9 instelbare standen voor
ISOFIX. Druk op de ISOFLIX-
ontgrendelknop en druk de voet
terug tegen de autostoel tot hij
strak zit.
79
5
2
1
1
6
7
1
2
8
1
7. Nadat de voet op de stoel is
geplaatst, moet u de steunvoet op
de vloer laten zakken
. Als de
9
indicator voor de steunvoet groen
wordt, is hij goed geplaast; rood
betekent dat hij onjuist is geplaatst.
9
-1
!
De steunvoet heeft 24 standen.
Als de steunvoetindicator rood is,
betekent dit dat de steunvoet in
de verkeerde stand staat.
!
Zorg ervoor dat de steunvoet
volledig in contact is met de vloer
van het voertuig.
!
Knijp de ontgrendelknop van de
steunvoet in en kort de steunvoet
in naar boven.
De volledig gemonteerde voet is
afgebeeld in
10
!
De ISOFIX-aansluitingen moeten
worden aangesloten en
vergrendeld in de ISOFIX-
ankerpunten.
-1
10
!
De steunvoet moet goed zijn
geplaatst en de indicator moet
groen zijn.
-2
10
8. Druk het babyzitje omlaag in de voet
, Als het babyzitje goed vastzit, is
11
de vergrendelingindicator voor het
babyzitje groen.
12
9
1
10
2
1
11
12
80