gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door
onervaren personen worden gebruikt.
e) Onderhoud elektrische werktuigen zorgvul-
dig. Controleer of de bewegelijke onderdelen
perfect functioneren en niet klemmen, of
onderdelen gebroken of zodanig beschadigd
zijn dat de functie van het elektrische werktuig
is beïnvloed. Laat beschadigde onderde Veel
ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onder-
houden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp
en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende
inzetgereedschappen met scherpe snijkanten
klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te
geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebeho-
ren, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van elektrische
gereedschappen voor andere dan de voorziene
toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
a) Laat het elektrische gereedschap
alleen repareren door gekwalificeerd en
vakkundig personeel en alleen met originele
vervangingsonderdelen. Daardoor wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het apparaat
behouden blijft.
Veiligheidsinstructies voor
brandhoutwipzagen
Het gebruik is slechts met een foutstroom-
schakelaar (RCD max. foutstroom van 30 mA)
toegestaan.
GWS 600 ECO-2 | GWS 700 ECO-2 | GWS
700 HM-2
Het apparaat moet aan een 400 V stekker met een
beveiliging van 16 A aangesloten worden.
GWS 500 HM-2
Het apparaat moet aan een 230 V stekker met een
beveiliging van 16 A aangesloten worden.
Draag oorbeschermers. Lawaai kan gehoorverlies
veroorzaken.
Draag veiligheidshandschoenen bij het hanteren van
gereedschap en hard materiaal.
De machine moet tijdens het gebruik op een horizon-
tale, vlakke vloer opgesteld worden en de vloer rond
de machine moet vlak, goed onderhouden en vrij van
afval zijn, zoals spanen en afgezaagde werkstukken.
Plaats de te bewerken werkstukstapel en de gerede
werkstukken dicht bij de normale werkplek van de
bediening.
Schakel de machine uit zolang deze onbewaakt is en
koppel deze van stroomtoevoer af.
Controleer vóór ieder inbedrijfstelling alle
schroef- en steekverbindingen evenals
beschermingsinrichtingen op vastheid en juiste
plaatsing en of alle lichtdraaiend zijn.
Het is streng verboden de aan de machine
aangebrachte veiligheidsinrichtingen te
demonteren, het gebruiksdoel te veranderen of
vreemde beschermingsinrichtingen aan te
brengen.
Voor reiniging en reparatie moeten de volgende
scheidende beveiligingsinrichtingen worden ver-
wijderd: Bijvoegbeveiliging zaagbladbeveiliging
Na uitvoering van de werkzaamheden moeten
alle beveiligingsinrichtingen weer correct worden
geïnstalleerd. Zie afbeelding.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
het beschadigd is of de veiligheidsinrichtingen
defect zijn. Vervang versleten en beschadigde
onderdelen.
Controleer het gereedschap, het netsnoer, een even-
tueel het verlengsnoer en de stekker voor gebruik
grondig op schade of materiaalmoeheid.
Fouten in de machine inclusief de veiligheidsin-
richting of meetassen, moeten zodra ze worden
ontdekt, worden gemeld aan de persoon die voor de
veiligheid bevoegd is.
Voordat de aan/uit-schakelaar wordt bediend, contro-
leer of het zaagblad juist is gemonteerd.
De zaag mag niet meer gebruikt worden, indien de
wip niet automatisch in zijn rustpositie terugveert.
Indien na het uitschakelen van de machine het
zaagblad niet in max. 10 sec. tot stilstand komt, mag
de zaag niet meer gebruikt worden.
Neem voorzorgsmaatregelen om veilig te kunnen
werken.
Het is streng verboden, spanen of splinters bij een
draaiende machine te verwijderen.
Het is verboden willekeurige afsnijdsels of delen
van het werkstuk bij een draaiende machine uit de
werkomgeving te verwijderen.
Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of ver-
vormd zijn.
Gebruik enkel goed geslepen zaagbladen.
Volg de aanwijzingen van de producent op voor het
gebruik, instelling en reparatie van zaagbladen.
Zaagbladen, waarvan de gegevens niet overeenko-
men welke in de gebruiksaanwijzing staan, mogen
niet gebruikt worden.
Het toegestane toerental van het bewerkingshulp-
stuk moet ten minste even hoog zijn als het op de
machine vermelde maximale toerental.
Er mag alleen gereedschap worden gebruikt dat in
overeenstemming is met de norm EN 847-1.
De gereedschappen moeten in een geschikte houder
vervoerd en bewaard worden;
Om ruisontwikkeling te minimaliseren moet het
NEDERLANDS
57