Menu-stap
Instelling
19.Exit
20.LCD
Contr 90
21.Geräte-
Info
(apparaatinfo)
22.Test
Strom
(test stroom)
Op de relaiscontacten aangesloten apparaten worden eveneens in- of uitgeschakeld!
• Aangesloten apparaten kunnen beschadigd worden (droogloop).
• Bedrijfsmedia kunnen ontsnappen.
Vóór Test relais de klemmen van aangesloten apparaten afkoppelen.
Pas na de Test relais de klemmen van de apparaten weer aankoppelen.
23.Test
Rel1 Ein / Aus
Relais
Rel2 Ein / Aus
SBox 2+3
(aan / uit)
24.Reset
zurück (ESC)
Neustart (Reset)
Werkseinstellung
(Defaults)
26.Exit
BEDIENING
Tijdens het bedrijf is geen bediening van het product noodzakelijk.
FUNCTIETEST / ONDERHOUD
Wij raden aan 1 x per jaar te controleren of de indicator de juiste vulstand aangeeft.
Voor een eenvoudige controle kan de peilsonde aan de kabel omhooggetrokken worden, zodat de
sonde boven het vloeistofpeil hangt. In deze toestand zou de indicator 0 liter aan moeten geven
(+tolerantie).
Controle van het signaal van de sonde kan d.m.v. menustap 22 worden gecontroleerd:
Bij 0 cm vulstand ca. 3,7 - 4,3 mA.
Bij een grotere afwijking adviseren wij vervanging. Nieuwe sonde.
Nieuwe sonde/ vervanging van het bedrijfsmedium
Indien de inbouw van een nieuwe sonde vereist is en/of er een vervanging van het bedrijfsmedium
plaatsvindt, moeten eerst alle 'Standaardwaarden' in menustap '9. Nulpt. sonde' op de
fabrieksinstelling teruggezet worden!
Daarenboven moeten alle overige instelwaarden gecontroleerd en evt. gecorrigeerd worden.
REPARATIE
Leiden de onder OPLOSSING VAN DE STORING genoemde maatregelen niet tot de correcte
herinbedrijfstelling en is er geen sprake van een ontwerpfout, dan moet het product voor controle
aan de fabrikant worden gezonden. Bij onbevoegde ingrepen komt de garantie te vervallen. Bij
voortdurende foutmeldingen of alarmmeldingen (relaisuitgang) zonder dat de ingestelde
alarmvulstand aan de sonde wordt bereikt of te laag is, moet worden gecontroleerd of de
verbindingsleiding voor het signaal- en de sonde onderbroken of kortgesloten is. Eventueel
opnieuw monteren.
62 / 112
SmartBox
Beschrijving
Terug naar de indicatie-modus
Display Contrast van het LCD-display instellen
Softwareversie: V7.00 (bijv.)
Serienummer:
Tank 1:
Offset + Gain:
X0=4,05 mA
Test-/controlefunctie van de actuele mA-waarde van de
sonde:
ADC: 7400=11.40 mA
Bij niet ondergedompelde peilsonde moet de waarde rond
de 4 mA liggen. Tolerantiebereik is 3,7...4,3 mA.
Testfunctie voor het controleren van de relais- en
zoemerschakelfuncties
Verlaten van de functie zonder deze uit te voeren.
Initialisering. De software start opnieuw op,
waarbij alle instellingen behouden blijven.
Volledige reset van alle parameters naar de
oorspronkelijke toestand af fabriek.
Terug naar de indicatie-modus
®
®
1 / SmartBox
SN=1234 (bijv.)
B=1268
®
2 / SmartBox
3
Artikel-Nr. 28 100 51 h