Plaatsing
De koelkast moet op een stevige ondergrond worden neergezet. Als er een
verhoging nodig is, moet deze stabiel, hard en onbrandbaar zijn. Als de koelkast een
beetje wiebelt, is aanpassing mogelijk met de verstelbare zwarte voet van de
koelkast. Draai hem met de klok mee om de koelkast te verhogen.
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen en zonlicht, om slechte werking
van de koelkast te vermijden.
Er mogen geen obstakels in de buurt van de koelkast of in de vrije inbouwruimte zijn.
Voor een goede ventilatie van de koelkast moet er aan elke kant een afstand van
minstens 10 cm tot de muren worden aangehouden.
Zet de koelkast nooit in een vochtige ruimte of op een plaats waar hij blootstaat aan
waterspatten.
Waterdruppels
weggeveegd met een zachte doek om roestvorming en verzwakking van de
elektrisch e isolatie te voorkomen.
Niet gebruiken bij een temperatuur onder 5 graden, in de open lucht of in de regen.
Om voorover hellen te voorkomen, moet de stelvoet worden gedraaid tot hij
helemaal op het oppervlak rust. Gebruik nooit piepschuim als afstandstuk of kussen
om de koelkast hoger te zetten.
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse die vermeld staat op het typeplaatje van het apparaat:
Uitgebreid gematigd (SN): "dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 10 °C tot 32 °C"
Gematigd
omgevingstemperaturen van 16 °C tot 32 °C"
Subtropisch
omgevingstemperaturen van 16 °C tot 38 °C
Tropisch
omgevingstemperaturen van 16 °C tot 43 °C"
Het koelcompartiment wordt voornamelijk gebruikt voor het bewaren van
levensmiddelen (groenten, fruit en snacks) die korte tijd moeten worden bewaard of
die met enige regelmaat gegeten worden.
of
andere
(N):
"dit
koelapparaat
(ST):
"dit
koelapparaat
(T):
"dit
koelapparaat
verontreinigingen
is
bedoeld
is
bedoeld
is
bedoeld
113
moeten
worden
voor
gebruik
bij
voor
gebruik
bij
voor
gebruik
bij