4.2 Beveiliging
•
Beveiliging tegen ontlading van de accu: Wanneer de accu leeg is en de UPS is
werkzaam in de omvormermodus, dan controleert en bewaakt de UPS de status
van de accu. Wanneer de accuspanning een dusdanig laag niveau heeft bereikt,
wordt de omvormer automatisch uitgeschakeld ter bescherming van de accu.
Wanneer het lichtnet weer stroom levert, schakelt de UPS automatisch weer in.
•
Beveiliging tegen kortsluiting: als de UPS in de omvormermodus werkt en een
schok of kortsluiting treedt op, geeft de UPS beperkt stroom af ter bescherming
van de UPS (in de wisselstroommodus wordt de UPS eerst beschermd door een
zekering en gaat daarna over naar de omvormermodus).
4.3 Drie soorten alarmfuncties
•
Indien een lichtnetstoring optreedt , schakelt de UPS automatisch over op de
interne accu. De UPS geeft elke 6 seconden een alarmsignaal. Dit duurt zo'n 40
seconden.
•
Als de accu bijna leeg is, geeft de UPS automatisch een alarmsignaal om de 2
seconden.
•
Als de accu geheel leeg is, geeft de UPS langdurig een alarmsignaal en schakelt
deze na 20 seconden automatisch uit.
4.4 Functie Fasevergrendeling
In de wisselstroommodus volgt de UPS automatisch de wisselstroomfase en zorgt
deze er voor dat de golfvorm bij de uitvoer van de omvormer gelijk is aan de golfvorm
van de wisselstroom; op deze manier worden piekpulsen en -spanningen voorkomen
en de invloed op schade aan de apparatuur beperkt.
4.5 De werking van de zelfinstellende frequentie
Als de UPS de eerste keer wordt ingeschakeld, is de standaardfrequentie 50/60 Hz;
bij aansluiting op het lichtnet wordt de frequentie automatisch ingesteld op 50 Hz of 60
Hz.
6 |
NEDERLANDS