1.5 Besturingstoestel monteren en leidingsets aansluiten
Blz. 5 - afb. 1
Tip
De stekkers -3- zijn zo gemaakt dat ze enkel in een positie in de aansluitbussen aan het besturingstoestel -3- inge-
stoken kunnen worden.
Steek de aansluitstekkers van de sensoren -1- volgens de nummering in de bijbehorende bussen "1" tot "4" in het
−
besturingstoestel -3- tot ze voelbaar vastklikken.
Steek de aansluitstekker -2- van de leidingset voeding in de bijbehorende bus aan het besturingstoestel -3- tot hij
−
voelbaar vastklikt.
Steek de aansluitstekker -4- van de zoemer in de bijbehorende bus "BUZ" aan het besturingstoestel -3- tot hij voel-
−
baar vastklikt.
Blz. 5 - afb. 2
Tip
Wegens de overzichtelijkheid ziet u op de afbeelding een gedemonteerde houder voor besturingstoestellen. De
N
houder moet voor het inbouwen van het besturingstoestel niet gedemonteerd worden.
Bij voertuigen zonder houder voor besturingstoestellen af fabriek moet die achteraf aangebracht worden (niet in-
N
begrepen in de levering, gelieve afzonderlijk te bestellen 8K0 907 297).
Blz. 5 - afb. 3
Tip
De afbeelding toont de werkwijze aan de Audi A5. De werkwijzen aan de A5 Sportback, A4 Limousine, A4 Avant en
A4 allroad quattro zijn identiek.
Schuif het besturingstoestel -4- zo in de houder voor besturingstoestellen dat de leidingen naar de kofferruimte
−
wijzen.
Bevestig de leidingset van de zoemer met bijgeleverde kabelbinders aan voorhanden leidingen van het voertuig -pijlen-.
−
Sluit de zwarte draad van de leidingset voeding op het massapunt -3- in de kofferruimte van het voertuig aan.
−
Plaats de rode leiding van de leidingset van de voeding naar de zekeringhouder aan de houder voor besturingstoe-
−
stellen.
Alleen voertuigen met stuur links:
Wikkel circa 50 mm van de leidingsomwikkeling van de eigen leidingstreng naar de steekverbinder -1- af.
−
Snijd de zwart-witte leiding (stekker -1-, Pin 1) van het voertuig door.
−
Klem een leidingeinde van de zwart-witte leiding -A- in de bijgeleverde klemverbinder -D-.
−
Klem het vrije einde van de leiding van de zwart-witte leiding -B- en de rode enkele draad -C- van de leidingset voor
−
de voeding samen in de klemverbinder -D-.
Alleen voertuigen met stuur rechts:
Wikkel circa 50 mm van de leidingsomwikkeling van de eigen leidingstreng naar de steekverbinder -2- af.
−
Snijd de zwarte leiding (stekker -2-, Pin 14) van het voertuig door.
−
Klem een leidingeinde van de zwarte leiding -A- in de bijgeleverde klemverbinder -D-.
−
Klem het vrije einde van de leiding van de zwarte leiding -B- en de rode enkele draad -C- van de leidingset voor de
−
voeding samen in de klemverbinder -D-.
Vervolg voor alle voertuigen:
Krimp de klemverbinder -D- om vast te sealen met de heteluchtblazer uit de leidingstreng-reparatieset -VAS 1978-.
−
Bevestig de rode draad met de bijgeleverde kabelbinders aan voorhanden leidingen.
−
Vervang de leidingsomwikkeling.
−
Voer de setup van de parkeerhulp uit.
−
1.6 Setup van de parkeerhulp
Blz. 6 - afb. 2
Tip
Bij voertuigen met afneembare aanhangwagenkoppeling moet die tijdens de setup gemonteerd zijn.
N
Gebruik, om fouten bij de setup te vermijden, geen metalen wand (b.v. garagepoort) en vermijd glanzende witte
N
wanden.
Betreed tijdens de setup niet het herkenningsbereik -A- van de sensoren.
N
36