NL
Algemene beschrijving
Gebruik
Voor gebruik:
1. Was alle afneembare onderdelen (zie hoofdstuk reiniging).
2. Zet de knop op stand "0" om het apparaat uit te schakelen.
3. Zorg vóór gebruik dat alle onderdelen op de juiste manier zijn
gemonteerd.
4. De temperatuur van het te mixen voedsel mag niet hoger zijn
dan 60℃. Het te verwerken voedsel mag niet hoger zijn dan het
maximale markeringslevel op de blendkan.
51
A: doseerdop
B: deksel
C: blendkan
D: afdichtsring
E: messenplaat
F: messenplaathouder
G: motor unit
H: bedieningspaneel
Gebruik van de blender
1. Plaats de afdichtsring over de messenplaat.
2. Plaats de messenplaat in de
messenplaathouder.
3. Bevestig de messenplaathouder op de
motorunit en draai in de richting van de pijl.
4. Zorg ervoor dat ingrediënten niet groter
dan 2 centimeter in de blendkan wordt
gedaan.
5. Plaats de deksel op de juiste manier op de
blendkan
6. Zet de blendkan op de motorunit.
NL
52