ingebouwd, dan moet de aansluitkabel
voor de schakelaar met de kabel voor
de linker verwarmde spiegels naar voren
tot in de bekledingshouder geleid worden.
Als de schakelaar voor de verwarmde spie-
gels in de stuurbekleding (variant 2) is inge-
bouwd, dan blijft de aansluitkabel
voor de schakelaar vóór het centrale elektri-
sche systeem, en wordt vanaf daar opge-
rold en aan de kabel van de schakelaar
aangesloten.
De kabel met de bijgeleverde kabelklemstrips op
het voertuigframe, op de voertuigkabelboom resp.
op de bekledingshouder bevestigen.
Waarschuwing
d
De kabels moeten zo worden aange-
bracht dat ze niet beschadigd worden en
de goede werking van het voertuig niet in
het gedrang brengen.
De kabels mogen niet op brandstof-, rem-
of koelmiddelleidingen en bowdenkabels
worden gelegd.
Na het aanbrengen van de kabels de
stuuruitslag controleren (volledig naar
links en naar rechts draaien) – de gaska-
bels mogen daarbij niet gespannen
worden.
42
•
De kabeldoorvoeringen voor de aansluitka-
10
bels van de verwarmde spiegels (zie positie
boren
De sjabloon A (zie p. 63) uitsnijden.
De sjabloon ten opzichte van beide bouten
uitrichten en plat op de bekleding leggen.
Het middelpunt
met de krasnaald markeren en
met de boor ø 3 mm voorboren. De kabeldoor-
voering met de boor ø 10 mm uitboren.
De sjabloon draaien en op de linkerkant van het
voertuig op vergelijkbare manier te werk gaan.
•
Het spiegelhuis bewerken
11
Waarschuwing
d
Bij de demontage van het spiegelglas, dit
met een dikke vod afdekken en een veilig-
heidsbril dragen –
VERWONDINGSGEVAAR!
De spiegel
nemen en het spiegelglas
het speciale gereedschap of twee geschikte hef-
bomen voorzichtig van de scharnierpen
ken
.
Het spiegelhuis op de bevestigingsbouten op het
voertuig drukken
.
Met de boor
ø 10 mm de plaats van de boring
op het spiegelhuis merken
Het spiegelhuis afnemen en met de boren ø 3 mm
en ø 10 mm de kabeldoorgang
)
met
trek-
.
boren.