Bedieningselementen
Pos.
Aanduiding
03/3
03/4
03/6
03/7
03/8
03/9
03/10
03/11
03/12
5.3
Rem- en koppelingspedaal (05)
■
Rem: Wanneer u het rempedaal (05/1) hele-
maal indrukt, wordt de rem op de versnel-
lingsbak in werking gesteld, de trekker remt
af.
■
Handrem: Wanneer u met ingedrukt rempe-
daal (05/1) de vergrendelingshendel (05/2)
naar boven trekt, wordt de rem vergrendeld.
Door het rempedaal opnieuw in te drukken,
wordt de rem losgelaten.
5.4
Bediening van de versnellingsbak
(rijsnelheid) (04)
De gazontrekkers zijn uitgerust met een hy-
drostaat (pedaalbediening).
Enkele modellen zijn uitgerust met cruise control.
Om vooruit en achteruit te rijden, zijn aan de
rechterkant twee aparte pedalen ondergebracht.
493516_a
De aanduiding brandt:
wanneer de grasopvangbak vol is.
Maak de grasopvangbak leeg!
wanneer het maaiwerk is ingeschakeld.
wanneer voor het maaiwerk het achteruitrijden werd geactiveerd.
wanneer de grasopvangbak is verwijderd of niet volgens de voor-
schriften gesloten is.
bij ingeschakelde koplampen.
wanneer de rem wordt ingedrukt en bij vergrendeling van de rem.
wanneer er zich nog slechts een brandstofresthoeveelheid van
maximaal ongeveer 1,5 liter in de tank bevindt.
wanneer het oliepeil zich onder een bepaald peil bevindt.
wanneer de bestuurder afstapt van de trekker bij:
■
draaiende motor (rem is vergrendeld)
Rijrich-
ting
Vooruit
Achteruit
5.5
De aandrijving hydrostaat wordt bediend door
twee pedalen (04/1 en 04/2).
Beschrijving
Gebruik het rechterpedaal (04/2)
om vooruit te rijden.
Gebruik het linkerpedaal (04/1) om
achteruit te rijden.
Let op: Wanneer alleen het pedaal
om achteruit te rijden wordt ge-
bruikt, wordt het maaiwerk uitge-
schakeld.
Maaien tijdens het achteruitrijden:
zie Hoofdstuk 7.5.5 "Maaien met de
gazontrekker", pagina 60.
Aandrijving hydrostaat (04, 05)
55