7. Na gebruik
Zet het ventilatorapparaat uit door de schakelaar in de stand 0 te zetten.
Het apparaat moet altijd worden uitgezet met de schakelaar, ook wanneer
het apparaat automatisch werd uitgeschakeld doordat de batterij leeg
raakte.
Leg het ademhalingstoestel af, en voer het nodige onderhoud uit voor het
vantilatorapparaat, en laad de batterij op.
Dekontamineren
Bij toepassingen waartoe dit apparaat wordt blootgesteld aan, of in contact komt
met, een gevaarlijke stof, moet de specifieke voor die stof geldende nationale of
lokale regelgeving worden toegepast voor de ontsmetting van het apparaat,
voordat reiniging of onderhoud kan plaatsvinden.
Straal
Componenten hoeven niet gedemonteerd te worden.
Zet het ventilatorapparaat uit.
Filters naar beneden gericht. Zorg dat er geen water in de filters terecht
komt (=luchtkanaal).
Vervang na een wasbeurt altijd de filters.
Na afsproeien tijdens verwijderingsprocedures en voor verdere reiniging van de
blower, slang losmaken en blower-uitlaat afsluiten en filters verwijderen en de
blower-inlaten afsluiten, met behulp van de bijgeleverde doppen (
ervoor tijdens deze handelingen dat er geen materialen in deze openingen
kunnen terechtkomen. Zie pagina 2.
Reiniging
Reinig met een vochtige doek of spons. Indien nodig, kan het gebruiksklaar apparaat (mits de
ademslang aangesloten) onder een straal voorzichtig afgespoeld worden, mits de filters naar
beneden gericht worden. Zorg dat er geen water in de filters terecht komt. Vervang na een wasbeurt
altijd de filters.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. aceton, terpentijn), perslucht of water onder hoge druk.
Opslag
Opslag beschermd tegen direct zonlicht, -10...+30 °C en bij een relatieve luchtvochtigheid (RH)
onder75 % (geslootene filters RH max. 95 %).
Tussentijds opladen
Het diep ontladen van de batterijen tijdens langdurige opslag kan worden voorkomen door het
ventilatorapparaat aan de oplader de houden.
Als stand-by opladen echter niet praktisch is, kunnen de batterijen tussentijds, bijv. drie maal per jaar,
worden opgeladen. Men dient voorafgaand aan gebruik de batterijen minimaal eenmaal te ontladen en
weer op te laden.
Afvoer
Zie WEEE.
Een sterk vervuild ventilatorapparaat en gebruikte filters zijn schadelijk afval; zorg voor een correcte
afvoer en verwerking, rekening houdend met de gefilterde stof (gas of partikels).
Afgedankte batterijen zijn probleemafval. Zorg voor een correcte afvoer en verwerking,
overeenkomstig de geldende milieuwetten.
. Zorg
2023305)
78