PRINCIPIËLE WERKING AAN DE HAND VAN EEN OPPERVLAKTEMETING (1)
1
Inschakelen
Toets
indrukken.
Opgelet! Laserstraal
inschakelen!
Niet op personen richten!
- Het lasersymbool knippert
(knipperen wordt groen
weergegeven).
NEDERLANDS
2
Meetniveau selecteren
Standaardinstelling na het
inschakelen: achter
1x indrukken -> hoekpen
2x indrukken -> voor
3x indrukken -> achter
- Symbool wordt weergegeven
3
Functie kiezen
Na het inschakelen staat het
apparaat altijd ingesteld op
lengtemeting.
1x indrukken -
oppervlaktemeting
- Het symbool verschijnt
- De meeteenheid knippert
(knipperen wordt groen
weergegeven).
4
Lengte meten
Het toestel uitlijnen
en toets
indrukken
- De meetwaarde verschijnt kort in de
hoofdregel.
- De meetwaarde springt na 1 sec. naar
de daarboven liggende regel.
- Meetwaarde wordt in het geheugen
opgeslagen onder een volgnummer.
- Tweede meeteenheid knippert. Het
toestel is gereed voor de meting van de
tweede waarde.
5
Breedte meten
Het toestel uitlijnen
en toets
indrukken
- De meetwaarde verschijnt kort in de
hoofdregel.
- De meetwaarde springt na 1 sec. naar
de daarboven liggende regel.
- Meetwaarde wordt in het geheugen
opgeslagen onder een volgnummer.
- Het resultaat verschijnt in de hoofdregel
en wordt in het geheugen opgeslagen
onder het volgnummer.
17