NL
De in de handleiding aangegeven hoeveelheden vet zijn aanbevolen voor een
interval van 50 uur. Bij zwaar gebruik in een agressieve omgeving kan het
nodig zijn om vaker dan om de 50 uur te smeren. Hoeveelheden uitgedrukt
in grammen (g) 1 ounce (oz.) = 28.3 g (gram). Pomp het vet in de kruisstukken
tot het uit de lagers komt. Smeer geleidelijk en niet te snel. Het is aangeraden
smeervet NLGI graad 2 te gebruiken. Het wordt aanbevolen om aan het einde van
het seizoensgebruik het eventueel aan de binnenkant van de bescherming van de
homokinetische koppeling opgehoopte vet te verwijderen.
SMERING VAN DE HOMOKINETISCHE KOPPELING 80°
24
Lijn de gaten van de beschermband uit met de smeernippels van de
kruisstukken en van het middengedeelte van de homokinetische koppeling. Het
smeervet dat in het huis van de homokinetische koppeling wordt gepompt, smeert
ook de steunring van de beschermband via een interne leiding. Het is aanbevolen
om elke 50 uur minstens de hoeveelheid smeervet te pompen die in de tabel onder
punt 23 is aangegeven.
DRAAIMOMENTBEGRENZERS EN VRIJWIEL
RA - VRIJWIEL
25
Dit element voorkomt dat de aandrijfkrachten van de machine naar de tractor
teruglopen tijdens het versnellen of vertragen van de aftakas.
Kom niet in de buurt van de machine voordat alle onderdelen stilstaan.
Smeren na iedere 50 bedrijfsuren en na iedere langere periode van stilstand.
26
SA - LN DRAAIMOMENTBEGRENZER MET PALLEN
Onderbreekt de krachtoverbrenging wanneer het draaimoment de ijkwaarde
overschrijdt. Schakel de aftakas meteen uit wanneer u de pallen hoort klikken.
Smeren na iedere 50 bedrijfsuren en na iedere langere periode van stilstand.
27
LB - DRAAIMOMENTBEGRENZER MET BOUT
Onderbreekt de krachtoverbrenging wanneer het draaimoment de ijkwaarde
overschrijdt. Als de bout breekt, dient u deze te vervangen door een bout van
dezelfde afmetingen en kwaliteitsklasse. Smeer de LB begrenzers die voorzien zijn
van een smeernippel minstens een maal per seizoen en na iedere langere periode
van stilstand.
28
LR - AUTOMATISCHE DRAAIMOMENTBEGRENZER
Onderbreekt de krachtoverbrenging, wanneer de draaimomentwaarde hoger is dan
de ijkwaarde. Tijdens de werking van de draaimomentbegrenzer is de krachtoverbrenging
onderbroken, maar nadat de stuwing is verholpen kan deze automatisch worden hervat
door de overbrenging op lage snelheid in te schakelen. Het systeem wordt bij de montage
gesmeerd en hoeft niet periodiek te worden gesmeerd.
29
GE - ELASTISCHE KOPPELING
Voorkomt overschrijdingen van het toegestane draaimoment en dempt
trillingen en wisselbelastingen. Er is geen periodiek onderhoud vereist.
DRAAIMOMENTBEGRENZERS MET FRICTIEPLATEN
Op het moment van de installatie van het mechanisme of na een periode van
stilstand dient men te controleren of de frictieplaten goed functioneren.
• Wanneer de frictieplaten zichtbaar zijn (zie figuur 30) is de koppeling van het type
FV met schotelveer en FFV met schroefveren. Meet en noteer de veerhoogte zoals
66