NL
U kunt vele problemen die zich voordoen zelf oplossen zonder specifieke expertise. In
het geval van een probleem moet u alle weergegeven mogelijkheden controleren en de
onderstaande instructies volgen voor u contact opneemt met de dienst na verkoop. Zie
KLANTENDIENST.
WAARSCHUWING!
▶ Voor ieder onderhoud moet u het apparaat uitschakelen en de stekker verwijderen
uit het stopcontact.
▶ Elektrische apparaten mogen uitsluitend door gekwalificeerde elektrische experts
worden onderhouden. Incorrecte reparaties kunnen aanzienlijke gevolgschade ver-
oorzaken.
▶ Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant, zijn
onderhoudsdienst of dergelijk gekwalificeerde personen om ieder risico uit te sluiten.
10.1 Probleemoplossing met weergavecode
Opmerking: Probleemoplossen
▶ Als er een foutbericht verschijnt, moet u de Aan/Uit-knop indrukken om het te doen
verdwijnen. Als het blijft verschijnen, verwijdert u het netsnoer en neemt u contact op
met de klantendienst.
▶ Als u gevraagd wordt contact op te nemen met de klantendienst: Noteer het problee-
moplossen bericht en raadpleeg "KLANTENDIENST".
Oorzaak
Foutcode
Kortsluiting of een verbroken circuit van de lage
E1
temperatuur sensor.
Kortsluiting of een verbroken circuit van de sen-
F4
sor in het bovenste opbergvak.
Kortsluiting of een verbroken circuit van de sen-
F5
sor in het onderste opbergvak.
Het apparaat geeft een hoge temperatuur waar-
schuwing weer als de temperatuur van het bo-
H1
venste opbergvak hoger is dan 25°C gedurende
3 uur.
Het apparaat geeft een hoge temperatuur waar-
H2
schuwing weer als de temperatuur van het onder-
ste opbergvak hoger is dan 25°C gedurende 3 uur.
De compressor stopt met werken als de tempe-
L1
ratuur van het bovenste opbergvak lager is dan
0°C. De lage temperatuur waarschuwing ver-
schijnt wanneer de temperatuur lager is dan 0°C
gedurende 2 uur.
De compressor stopt met werken als de tempe-
L2
ratuur van het onderste opbergvak lager is dan
0°C. De lage temperatuur waarschuwing ver-
schijnt wanneer de temperatuur lager is dan 0°C
gedurende 2 uur.
10- Probleemoplossen
Oplossing
Neem contact op met de dienst
na verkoop om de sensor te laten
vervangen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog. De omgevingstempera-
tuur van het apparaat moet tus-
sen 16 °C en 38 °C zijn.
De omgevingstemperatuur is te
laag. De omgevingstemperatuur
van het apparaat moet tussen 16
°C en 38 °C zijn.
19