Als u de aandrijving wilt uitschakelen, schakelt u
de accu met de aan/uit-toets uit (zie gebruiks-
aanwijzing van de accu).
Als er ca. 10 minuten geen vermogen van de aan-
drijving wordt opgevraagd (bijv. omdat de eBike
stilstaat), wordt de accu automatisch uitgescha-
keld om energie te sparen.
Indicaties en instellingen van de
bedieningscomputer
Opmerking: Indicaties en instellingen op de be-
dieningscomputer zijn alleen mogelijk als de accu
van de eBike ingeschakeld is. De bedieningscom-
puter heeft geen eigen stroomvoorziening.
Oplaadindicatie van de accu
Behalve op de oplaadindicatie van de accu kan
de oplaadtoestand ook op de indicatie g van de
bedieningscomputer worden afgelezen.
In de indicatie g komt elk streepje in het accu-
symbool overeen met ongeveer 20 % van de
capaciteit:
100 tot 80 % capaciteit
20 tot 5 % capaciteit. De accu moet
worden opgeladen.
Minder dan 5 % capaciteit. De onder-
steuning van de aandrijving is niet meer
mogelijk. De leds van de oplaadindicatie van de
accu gaan uit.
Als de verlichting van de eBike via de accu werkt
(per land verschillend), is de capaciteit wanneer
het lege accusymbool voor het eerst verschijnt
nog voldoende voor ca. 2 uur verlichting. Als het
symbool begint te knipperen, is ook de verlich-
ting nog gedurende korte tijd mogelijk.
Ondersteuningsmodus instellen
U kunt op de bedieningscomputer instellen in
welke mate de aandrijving van de eBike tijdens
het trappen ondersteunt.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is de on-
dersteuningsmodus mogelijk vooraf ingesteld
en kan deze niet worden gewijzigd. Het is ook
mogelijk dat er uit minder modi dan hier ver-
meld kan worden gekozen.
Bosch eBike Systems
Maximaal vier ondersteuningsmodi zijn beschik-
baar:
„ECO": effectieve ondersteuning
met maximale efficiëntie voor maxi-
maal bereik
„TOUR": gelijkmatige ondersteuning
voor tochten met groot bereik
„SPORT": krachtige ondersteuning
voor sportief rijden op heuvelachtige
stukken en voor rijden in de stad
„SPEED": maximale ondersteuning
bij flink doortrappen, voor sportief
rijden
Als u van ondersteuningsmodus wilt verande-
ren drukt u zo vaak op de toets „mode" 4 tot de
gewenste modus in de indicatie f verschijnt.
Tijdens het gebruik van de starthulp gaat de in-
dicatie f uit. De ingestelde ondersteuningsmo-
dus wordt opgeslagen.
Ondersteuningsniveau instellen
In de ondersteuningsmodus kunt u op elk mo-
ment, ook tijdens het rijden, het ondersteu-
ningsniveau wijzigen.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het on-
dersteuningsniveau mogelijk vooraf ingesteld en
kan deze niet worden gewijzigd.
Maximaal drie ondersteuningsniveaus en het uit-
schakelen van de ondersteuning zijn mogelijk.
Ondersteunings-
graad* bij:
Ondersteunings-
modus
„ECO"
„TOUR"
„SPORT"
„SPEED"
* De ondersteuningsgraad kan bij sommige uitvoeringen
afwijken.
Als u een hoger ondersteuningsniveau wilt,
drukt u zo vaak op de toets
wenste niveau in de indicatie c verschijnt.
Als u het ondersteuningsniveau wilt verlagen
drukt u zo vaak op de toets
wenste niveau in de indicatie c verschijnt.
Nederlands–4
Ondersteuningsniveau
„1"
„2"
„3"
30 %
60 %
100 %
45 %
80 %
120 %
70 %
140 %
180 %
90 %
160 %
250 %
6 tot het ge-
7 tot het ge-
0 276 001 X45 | (28.9.11)