4. Verwijder het inslaginstrument en zorg ervoor dat de plug goed is geplaatst.
Waarschuwingen
Onjuiste protheseselectie of uitlijning, inadequate fixatie, gebruik waar gecontra-indiceerd
of patiënten bij wie de medische, fysieke, mentale of beroepscondities waarschijnlijk zullen
resulteren in extreme spanningen op het implantaat, kunnen resulteren in voortijdige uitval
als gevolg van losraken, fractuur of slijtage. Postoperatieve zorg is uitermate belangrijk. Men
dient de patiënt te informeren over de beperkingen van het hulpmiddel en te waarschuwen
met betrekking tot toelaatbare belasting, bewegingsvrijheid en activiteitenniveaus. Beweging
en belasting dient in het begin nauwlettend geobserveerd te worden.
Gebruik van componenten van een andere fabrikant met dit implantaat wordt afgeraden.
Gebruik van andere componenten dan de aanbevolen componenten kan leiden tot losraken,
slijtage, fractuur tijdens assemblage en voortijdige uitval.
Aan implantaten mag nooit worden geknoeid daar verbuiging, verandering van het profiel of
andere aanpassingen een nadelige invloed kunnen hebben op het implantaat en vroegtijdig
falen van het implantaat kan veroorzaken.
Inspecteer implantaten op kerven, krassen of andere defecten die falen van het implantaat
kunnen veroorzaken.
De botschroef met standaard profielkop van 6,5 mm kan niet worden gebruikt met de
48DP (M-serie) of de 51DP (L-serie), Arthopor II-schalen daar het correcte plaatsing van de
polyethyleenbekleding in de kom zal voorkomen.
Raadpleeg "Voorzorgsmaatregelen" voor belangrijke informatie m.b.t. compatibi-
liteit van componenten. Wanneer men zich niet houdt aan de aanbevelingen m.b.t.
compatibiliteit, zal dit resulteren in slecht functioneren, losraken, slijtage, breuk of
voortijdige uitval.
LET OP: Volgens de federale wetgeving (V.S.) mag dit hulpmiddel uitsluitend door of op
voorschrift van een arts worden verkocht.
Voorzorgsmaatregelen
Vrij houden van pluizen en poeders om verontreiniging van deze prothese te voorkomen.
De verpakking pas tijdens de chirurgische ingreep verwijderen. Het implantaat niet vóór de
definitieve beslissing om te implanteren is genomen in contact brengen met geprepareerde
botoppervlakken.
Een implantaat mag nooit opnieuw worden gebruikt. Elk implantaat dient na gebruik weg-
gegooid te worden. Hoewel het onbeschadigd lijkt, kan het kleine defecten en interne span-
ningspatronen hebben die kunnen leiden tot uitval. Een nieuw implantaat moet ook met zorg
worden gehanteerd om beschadiging te voorkomen die de mechanische integriteit van het
hulpmiddel zou kunnen aantasten en vroegtijdige uitval of losraken zou kunnen veroorzaken.
Het slijtagepercentage van prothesecontactoppervlakken wordt sterk versneld wanneer
losse fragmenten van botcement losraken en werken als schuurmiddel in de draagvlak-
ken. Bij gebruik van botcement dient men voorzichtig te zijn en al het overtollige cement te
verwijderen van de buitenkant van het implantaat.
Er dient een volledige intra-operatieve test op bereik of beweging te worden uitgevoerd om
te voorkomen dat de femurhals op de bekleding wordt gehinderd.
Controleer of de serieletter van de schaal overeenkomt met de serieletter op de bekleding
(d.w.z. schalen uit de M-serie zijn alleen bestemd voor gebruik met bekledingen uit de
M-serie).
De binnendiameter van de acetabulumcomponenten en de maat van de femurkop moeten
overeenkomen.
Controleer altijd de afmetingen van testcomponenten om zeker te stellen dat zij overeenko-
28