VAN MODUS VERANDEREN
Als de camera aan staat, drukt u op de MODE (MODUS) knop om te
schakelen tussen de volgende modi:
Cameramodus – om foto's te nemens
Videomodus – om videobestanden op te nemen
Afspeelmodus – om bestanden opnieuw te bekijken en bewerken
FOTO'S NEMEN (Cameramodus)
Zet de camera aan om de cameramodus te openen en foto's te nemen.
Een foto nemen
Druk op de SLUITER knop om een foto te nemen. Het LED lampje brandt en
het aantal foto's die nog kunnen genomen worden met deze resolutie wordt
op het LCD-scherm weergegeven.
Opmerking:
• Als het ingebouwde geheugen van de camera vol is en u een foto probeert
te nemen, zal het LCD-scherm een waarschuwingsbericht weergeven.
• Als de ingevoerde SD kaart in de camera vol is, zal de camera tweemaal
piepen als u probeert een foto te nemen. Zorg ervoor dat u uw foto's overzet
op uw computer.
Zoom
1. Om in te zoomen, drukt u op de T knop.
2. Om uit te zoomen, drukt u op de W knop.
De
schuifbalk toont het zoomniveau.
Macro/Ver opname
1. Om een foto te nemen van een voorwerp dat zich erg dicht bevindt,
schuift u de MACRO/VER knop naar de linkerstand.
LCD-scherm.
2. Om een foto te nemen van een voorwerp dat zich ver weg bevindt, schuift
u de MACRO/VER knop naar de rechterstand
scherm.
Flitsfunctie
Om de flits te gebruiken, drukt u herhaaldelijk op de OMHOOG/FLITS knop
totdat uw gewenste instelling op het scherm afgebeeld wordt door middel
van de volgende iconen:
verschijnt op het LCD-
Flits ligt aan
Automatische flits ligt aan
Flits met rode ogen reductie ligt aan
Flits ligt uit
97
verschijnt op het