3.2 Constructiekenmerken
Op de typeplaat van de pomp worden de volgende bedrijfskenmerken vermeld:
•
identificatie fabrikant,
•
type pomp,
•
serienummer,
•
debiet (m³/u),
3.3 Toepassingsveld
De elektrische dompelpomp wordt voornamelijk gebruikt voor de volgende toepassingsvelden:
•
civiel en industrieel gebruik,
•
irrigatie,
•
waterleidingen,
•
mijnen,
De motoren worden gegarandeerd voor werking in installaties tot 20 bar. De acceptabele maximale temperatuur van het water, in de
standaardconstructie, is 30°C. Raadpleeg voor hogere temperaturen de technische afdeling van DAB PUMPS.
De pompen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doelen en binnen de grenzen die worden beschreven in par. 3.3.
Voor gebruiksdoeleinden van de pomp die niet zijn vermeld in deze gebruikshandleiding moet contact worden opgenomen met DAB PUMPS ter
bevestiging van de geschiktheid, de veiligheid van de installatie en de levensduur van de pomp.
Alvorens welke handeling dan ook te verrichten moet worden verzekerd dat de elektrische onderdelen van de installatie waarop gewerkt gaat
worden niet zijn aangesloten op de netvoeding.
4.
BEHEER
4.1 Opslag
Als het apparaat wordt opgeslagen moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden getroffen:
•
zet de pomp in een afgesloten ruimte, die niet vochtig is en een goede ventilatie heeft.
•
Als verwacht wordt dat het product langere tijd opgeslagen zal blijven, moet de koppelingsflens voor de motor worden beschermd tegen
oxidatie door er een laagje vet op te smeren. Verder wordt geadviseerd om de rotor regelmatig met de hand te draaien, om mogelijke
blokkering ervan te voorkomen.
•
Alle motoren moeten gevuld zijn met water en antivriesmiddel om bevriezing ervan te vermijden tot -30 °C.
•
Sla de motor niet op of installeer hem niet bij lagere temperaturen en gedurende periodes van meer dan 12 maanden. Mocht dit toch
noodzakelijk zijn, dan moet men de as eenmaal per maand met de hand laten draaien.
•
Als de motor langer is opgeslagen dan 12 maanden, moet hij helemaal worden geleegd alvorens hem te installeren, en moeten de
draaiende delen en het druklager worden gecontroleerd. Vul hem na de hermontage met zoet water volgens de instructies in deze
handleiding.
•
Bescherm de uiteinden van de kabels tegen binnendringend vocht.
•
Wikkel de kabels niet op met bochten die kleiner zijn dan 6 maal de kabeldiameter, om beschadiging ervan te vermijden.
•
De pomp-motorgroep, de elektriciteitskabels en, als de pomp gedeeltelijk gedemonteerd wordt opgeslagen, de rubberen onderdelen en
het druklager, moeten beschermd worden tegen direct zonlicht.
4.2 Transport
Alvorens het apparaat te transporteren moeten de volgende aspecten worden nagegaan:
•
het gewicht van de elektropompgroep,
•
het maximale ruimtebeslag van de groep,
•
de hijspunten.
Om beschadiging tijdens het transport te voorkomen zijn de pompeenheid en eventuele accessoires verpakt in geschikte kisten.
Bij ontvangst moet de machine geïnspecteerd en gecontroleerd worden.
De pomp moet worden getransporteerd met een uitrusting die geschikt is met het oog op het gewicht en de vorm van de verpakking (zie afbeelding
1, bladz 1), om schade langs de route te vermijden. Alleen gewichten tot 20 kg mogen met de hand worden opgetild. Na het uitpakken moet de
pomp worden verplaatst aan de bevestigingspunten, zoals aangegeven op afbeelding 2. (bladz 1).
5.
VERBINDING MOTOR-POMP
De dompelpompen SMC-SMN zijn bedoeld om aan dompelmotoren met een flens en uitstekende as te worden gekoppeld:
-
conform de Nema-normen voor motoren 4" - 6" - 8";
-
volgens DAB-ontwerp voor motoren ≥ 10".
Bij het maken van de verbinding tussen motor en pomp moeten deze instructies, en degene die bij de motor zijn geleverd, nauwgezet in acht
worden genomen. Alvorens de apparaten aan elkaar te koppelen moet worden nagegaan of de nominale gegevens van de motor overeenstemmen
met die van de pomp, en ook of de flens en het uitstekende deel van de as overeenkomen.
Controleer of de draairichting van motor en pomp overeenkomen. Draag veiligheidshandschoenen tijdens alle beschreven
Werkzaamheden. Positioneer de motor verticaal en verzeker u dat hij stabiel blijft tijdens alle koppelings-werkzaamheden.
Voer de koppeling als volgt uit:
-
ga na of de rotor van de motor en die van de pomp ongehinderd met de hand kunnen worden gedraaid. Als hierbij standaardgereedschap
wordt gebruikt, zoals een tang, schroevendrdaaiers of pennen, wordt geadviseerd de contactgebieden te beschermen met zelfklevende
tape om beschadiging van de koppelingsvlakken te voorkomen;
NEDERLANDS
•
opvoerhoogte (m),
•
productiemaand/-jaar,
•
opgenomen vermogen (kW).
•
booreilanden,
•
thermische en kernenergiecentrales,
•
brandbeveiligingsinstallaties
33