NEDERLANDS
Installatie
Laadhouder aan de wand monteren (fig. A)
De laadhouder kan op een werkvlak worden geplaatst of aan
de wand worden gemonteerd, om het apparaat gemakkelijk
te kunnen opbergen en opladen.
Selecteer bij wandmontage een bevestigingsmethode die
geschikt is voor het betreffende wandtype en het gewicht
van het apparaat.
Montage
Zuigbuis verstellen (fig. B & C)
De zuigbuis (9) is onder het apparaat opgeborgen. Neem
het apparaat van de laadhouder om de zuigbuis te kunnen
verstellen.
Druk op de zuigbuisontgrendelingsknop (3) en draai de
zuigbuis in de gewenste stand.
Laat de zuigbuisontgrendelingsknop los om de zuigbuis in
deze stand te vergrendelen.
De zuigbuis kan langer worden gemaakt door de
zuigbuisverlenging (8) uit te trekken totdat deze vastklikt.
De verlenging kan worden ingeschoven door op de knop
(13) te drukken en de verlenging in de zuigbuis terug te
schuiven.
Plaats de zuigbuis na gebruik en voor het opladen terug in
de opbergstand onder het apparaat.
Hulpstukken bevestigen (fig. D)
Bij deze modellen worden een of meer van de volgende
hulpstukken meegeleverd:
Een spleetzuiger (10) voor smalle kieren.
Een borstelhulpstuk (11) voor meubilair en trappen.
Een hulpstuk aanbrengen:
Neem de hulpstukken uit het apparaat.
Plaats het gewenste hulpstuk in de voorzijde van het
apparaat.
Gebruik
Laad de batterij vóór het eerste gebruik gedurende ten
minste 16 uur op.
Plaats het apparaat op de laadhouder als het niet wordt
gebruikt.
De batterij laden (fig. E)
Zorg ervoor dat het apparaat uitgeschakeld is. De batterij
wordt niet opgeladen als de aan/uit-schakelaar in de aan-
stand staat.
Plaats het apparaat zoals weergegeven op de laadhouder
(7).
Plaats de lader in het stopcontact. Schakel zonodig de
netspanning in.
20
De oplaadindicator (6) gaat branden.
Laat het apparaat ten minste 16 uur opladen.
Tijdens het opladen kan de lader warm worden. Dit is
normaal en wijst niet op een probleem. Het apparaat kan
voor onbepaalde tijd met de lader verbonden blijven. De
oplaadindicator (6) blijft branden zo lang het apparaat zich op
de laadhouder bevindt en de lader op het stopcontact is
aangesloten.
Waarschuwing! Laad de batterij niet op bij
omgevingstemperaturen onder 4 °C of boven 40 °C.
In- en uitschakelen (fig. F)
Schuif de aan/uit-schakelaar (4) in stand 1 om het apparaat
in te schakelen.
Schuif de aan/uit-schakelaar (4) in stand 2 om het apparaat
op vol vermogen te laten werken.
Schuif de aan/uit-schakelaar (4) in stand 0 om het apparaat
uit te schakelen.
Zuigkracht optimaal houden (fig. G - I)
Voor een optimale zuigkracht moeten de filters tijdens het
gebruik regelmatig worden gereinigd.
Draai het wiel (5) enkele slagen om het stof waarmee de
filters (14 & 15) verstopt zitten, los te kloppen.
Reiniging en onderhoud
Waarschuwing! Reinig de filters regelmatig (14 & 15).
Stofcompartiment en filters reinigen (fig. H - J)
De filters zijn herbruikbaar en moeten regelmatig worden
gereinigd.
Druk op de ontgrendeling (1) en open de compartimentdeur
(2) (fig. H).
Maak het stofcompartiment leeg.
Draai de filters (14 & 15) linksom om deze te verwijderen
(fig. I).
Borstel al het losse stof van de filters.
Was de filters in een warm sopje uit (fig. J).
Zorg ervoor dat de filters droog zijn.
Plaats de filters (14 & 15) op het apparaat en draai deze
rechtsom om deze te vergrendelen.
Sluit de compartimentdeur (2). Zorg ervoor dat de
ontgrendeling (1) vastklikt.
Waarschuwing! Gebruik het apparaat nooit zonder de filters.
Het apparaat werkt alleen optimaal bij schone filters.
Filters vervangen
De filters moeten om de 6 à 9 maanden of bij tussentijdse
verslijting of beschadiging worden vervangen. Vervangende
filters zijn verkrijgbaar via uw Black & Decker-leverancier
(cat. nr. VF50):
Verwijder de oude filters op de hiervoor beschreven wijze.