HET LEGEN VAN DE GRASBAK (begint op pagina 86)
E
1
Maak de bak op tijd leeg, voordat hij overloopt.
Het rode lampje geeft aan dat de bak vol is.
Vul de bak niet verder als het rode lampje onder het stuur
gaat branden.
Zet de motor uit.
BASISBEGRIPPEN VOOR HET MAAIEN VAN EEN GRASVELD
De moderne tuintechniek heeft apparaten ontworpen en vervaardigd om het werk te
vergemakkelijken (grasmaaier met graszak). Om het grasveld groen en zacht te houden
moet het regelmatig gemaaid en gelucht worden.
Natuurlijk moet het ook bemest worden.
Maai het gras altijd met scherpe en onbeschadigde messen om "het gras niet te rafelen
en niet geel te laten worden".
Rechte sneden worden verkregen door regelmatig en recht te rijden.
De rijbanen moeten elkaar altijd enkele centimeters overlappen om strepen lang gras te
vermijden.
VOORBEREIDING BESCHERMSTUKKEN (begint op pagina 87)
F
Voor het maaien dienen vreemde voorwerpen van het terrein verwijderd te worden. Tijdens het maaien letten op eventueel op het gazon achtergebleven vreemde
voorwerpen delen.De gebruiker is binnen zijn werkzone verantwoordelijk voor derden.
(begint op pagina 87)
F
1
Bij lopende motor in géén geval met handen of voeten onder de rand of in de uitwerp-opening van het maaihuis komen.
WERKEN MET DE MAAIMACHINE
EERSTE INWERKINGSTELLING
Zet de tractor in beweging na hem volledig gemonteerd te hebben. Voor hem voor de
eerste keer in beweging te zetten de benzine- en olietank vullen, zuur in de accu doen
en de rode kabels aan de positieve pool en de zwarte kabel aan de negatieve pool
aansluiten (de accu bevindt zich in de accubehuizing op de draagcarrosserie rechts van
de stoel). De eerste inwerkingstelling moet worden uitgevoerd door daartoe geschoolde
personen die de inhoud van deze gebruiksaanwijzing volledig gelezen en begrepen
INBEDRIJFSTELLING VAN DE MOTOR
Stel de machine pas in bedrijf na de tanks voldoende met benzine en olie gevuld te hebben.
Neem nauwlettend de normen in acht die in de bijgeleverde handleiding voor het gebruik en voor het onderhoud van de fabrikant zijn voorgeschreven!
BENZINE TANKEN (begint op pagina 87)
G
De tank bevindt zich in het motorblok, onder de stoel.
1- Zet de stoel omhoog
2- Draai de dop van de tank (23) en vul hem met loodvrije benzine
3- Draai de dop weer op de tank.
OLIE VERVERSEN
Gebruik alleen olie van het type SAE 30 ("SE","SF" o "SG"). Let op geen olie
op de grond te knoeien.
Het deksel voor het verversen van de olie bevindt zich in het motorblok onder de stoel .
ELEKTRISCHE ONTSTEKING VAN DE MOTOR
(begint op pagina 88)
H
Start de machine op een terrein met niet al te hoog gras.
Activeer de elektrische ontsteking alleen vanaf de stoel met de hendel voor de inschakeling van het mes (8) in de stand stop en ingeschakelde rem .
1-Zet de hendel voor het inschakelen van het mes (8) in de stand STOP
2-Zet de gashendel (6) in de stand van start.
3- Trap het rempedaal (9) in.
(begint op pagina 88)
H
1
4- Steek de startsleutel in het contactslot (5).
5-Draai de sleutel naar rechts en laat hem, nadat de motor is aangeslagen, weer los in stand "RUN". Het groene lampje onder het stuur blijft branden.. Als de motor binnen
5 seconden niet aanslaat, wacht dan 10 seconden voor het opnieuw te proberen om schade aan de accu te voorkomen.
(begint op pagina 88)
H
2
7- Zet de hendel (6) tussen
Gebruik de startsleutel niet tijdens het rijden!
HET UITZETTEN VAN DE MOTOR
Zet de sleutel op "STOP" om de motor uit te zetten. Het rode lampje gaat uit.
Zet de motor pas uit als de machine volledig stil staat.
Haal altijd de startsleutel uit het contactslot om te voorkomen dat de machine per ongeluk
gestart wordt.
Explosiegevaar! Vul de tank alleen in de open lucht! Tank niet bij met de motor aan of met hete motor! Niet roken!
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, een gevaarlijk en dodelijk gas. Zet de motor nooit aan in gesloten of slecht geventileerde
ruimten.
en
, afhankelijk van het toerental dat gekozen wordt om goed te kunnen werken.
1- Pak de stang vast en keer de bak ondersteboven. Schud de zak een paar keer uit
totdat hij helemaal leeg is.
2- Trek de zak langzaam weer in de oorspronkelijke stand.
3- Zet de motor weer aan.
Het aantal malen dat het gras gemaaid moet worden hangt af van hoe hard het
groeit. In de maanden Mei-Juni vaak (twee maal per week) of minstens een maal
per week. De snijhoogte moet ongeveer 4 – 6 cm zijn en het gras moet tussen twee
keer maaien niet meer dan 4-5 cm groeien.
Bij hitte en droogte moet het gras 1,5 cm langer dan normaal gemaaid worden om
het uitdrogen van de grond en van de wortels te voorkomen.
Als het gras eens langer is dan normaal, maai het dan niet meteen op de juiste
lengte. Dit is slecht voor het gras. Maai niet meer dan de helft van de nodige lengte.
hebben.
Gebruik voor de tractor uitsluitend:
benzine- Loodvrij
motorolie
1- Zet de stoel omhoog
2- Draai de dop van de olietank (24)
3- Vul hem met olie tot aan het niveau "max" van de oliepeilstok.
4- Draai de dop er weer op.
31
NEDERLAND
(n° octanen minstens 77)
SAE 30 ("SE", "SF" O "SG")