Span het werkstuk altijd met geschikte voorzie-
ningen vast.
• Neem de maximale werkstukafmetingen in
acht.
• Neem de aanwijzingen voor het optillen en het
transport van de machine in acht.
• Neem de aanwijzingen voor de montage en het
gebruik van het gereedschap in acht.
• Neem de toegestane afmetingen van het zaag-
blad in acht. Gebruik nooit reductiestukken of
adapters om het zaagblad op de gereedschaps-
spil te bevestigen.
• Zaag geen hout met metalen delen, zoals spij-
kers, schroeven, enz.
• Oefen geen zijdelingse druk op het zaagblad
uit.
• Zaag altijd slechts één werkstuk. Meerdere
werkstukken tegelijk kunnen niet veilig vastge-
spannen worden en kunnen daardoor tijdens het
zagen t.o.v. elkaar verschuiven en het zaagblad
blokkeren.
• Is het zaagblad geblokkeerd, schakel de ma-
chine dan onmiddellijk uit en trek de stekker
uit het stopcontact. Verwijder pas daarna het
ingeklemde werkstuk.
5.3
Emissiewaarden
De volgens EN 61029 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
Geluidsvermogenniveau
Meetonzekerheidstoeslag
Draag gehoorbescherming!
Beoordeelde acceleratie
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
zijn gemeten volgens de testvoorwaarden in EN
61029 en dienen voor de machinevergelijking. Aan
de hand van deze waarden kan ook een voorlopige
inschatting van de trillings- en geluidsbelasting
tijdens het gebruik worden gemaakt. De aangege-
ven emissiewaarden gelden voor de belangrijkste
toepassingen van het elektrische gereedschap.
Wordt het elektrisch gereedschap echter voor an-
dere toepassingen of met ander inzetgereedschap
gebruikt, of is het onvoldoende onderhouden, dan
kan hierdoor de trillings- en geluidsbelasting
gedurende de hele werktijd aanzienlijk worden
verhoogd. Met het oog op een vastgelegde werk-
periode dienen voor een juiste beoordeling ook
de hierin optredende vrijloop- en stilstandtijden
van de machine in acht te worden genomen. De
belasting over de totale werkperiode kan op deze
manier aanzienlijk worden verminderd.
6
Waarschuwing
• Netspanning in acht nemen: De spanning en
frequentie van de stroombron dient overeen te
komen met de gegevens van de kenplaat van de
machine.
• In Noord-Amerika mogen alleen Festool-ma-
chines met de spanningsopgave 120 V/60 Hz
worden ingezet.
Voor de eerste inbedrijfstelling:
- Verwijder de transportbeveiliging (4.4) van de
trekstang.
In-/Uitschakelen
– Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) tot aan de
weerstand in om het zaagaggregaat en de pen-
delbeschermkap te ontgrendelen.
– Druk op de inschakelblokkering (1.3).
– Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) geheel door om
de machine in te schakelen.
– Laat de in-/uit-schakelaar weer los om de ma-
chine uit te schakelen.
7
Alleen KS 120 EB: Vervang de waarschuwings-
sticker (3.1) voor de laser door de bijgevoegde
88 dB(A)
waarschuwingssticker in uw eigen taal.
101 dB(A)
K = 3 dB
7.1
Machine beveiligen (transportstand)
– Druk op de aan-/uit-schakelaar (4.1).
– Draai het zaagaggregaat tot de aanslag naar
< 2,5 m/s²
beneden.
– Druk op de vergrendeling (4.2). Het zaagaggre-
gaat bevindt zich nu in de onderste stand.
– Trek de draaiknop (4.3) aan om het zaagaggre-
gaat in de achterste stand te beveiligen.
– Wikkel het netsnoer voor het transport op de
kabelopwikkeling (5.5).
– Berg de inbussleutel (5.4) en de hoektranspor-
teur (5.3) (alleen KS 120 EB) op in de daarvoor
bestemde opberghouder.
Pak de machine bij het dragen aan de zijkant bij
de zaagtafel (5.2) en aan het handvat (5.5) in de
kabelopwikkeling.
Machine ontgrendelen (werkstand)
– Druk het zaagaggregaat iets omlaag en trek aan
53
Inbedrijfstelling
Instellingen
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact.
Transport
De machine nooit aan de bewegende
pendelbeschermkap (5.1) optillen of dra-
gen.