Hoog rendement van de sloophamer wordt bereikt uitsluitend bij gebruik van scherpe en
onbeschadigde beitels.
VERWIJDEREN VAN DE BEITEL
Direct na het werk kan de beitel zeer heet zijn. Raak deze niet aan. Draag tijden het werk geschikte
beschermende handschoenen. Reinig de beitel na verwijdering.
● Trek naar achter en houd de beitelschacht (2).
● Trek de beitel uit met andere hand (fig. C).
PLAATSEN VAN DE BEITEL IN DE GEWENSTE POSITIE
Plaats een beitel in één van 12 posities, zodat deze in de meest gunstige plaats zich bevindt voor het
uitvoeren van een specifieke werk. Dit is vooral handig bij het gebruik van een vlakke beitel of een
vormbeitel.
● Plaats de beitel in SDS houder (1).
● Trek de borgring van de beitel (3) naar voren (tegen de veer weerstand) en draai deze naar de gewenste
positie in elke richting over de omtrek (zie grafische tekens op de ring) (fig. D).
● Laat de borgring van de beitel (3) los dat de ring terug naar zijn eerdere positie komt (als de ring niet
naar deze plaats komt, draai zacht de beitel om hem in de gewenste positie te vergrendelen).
De beitel is goed beveiligd als de borhring van de beitel (3) kan niet draaien, zonder te worden
getrokken.
AANSLUITEN/UITSLUITEN
De netspanning moet gelijk zijn aan de spanning op het typeplaatje van de hamer.
Aan – druk op de aan/uit schakelaar (5).
Uit – laat de aan/uit schakelaar (5) los.
Vergrendelknop van de schakelaar (continugebruik)
Aan:
● Druk op de aan/uit schakelaar (5) en houd in deze positie.
● Druk op de vergrendelknop van de schakelaar (4) (fig. E).
● Laat de aan/uit schakelaar (5) los.
Uit:
● Druk en laat de aan/uit schakelaar (5) los.
Gebruik nooit de hamer met beschadigde schakelaar.
WERK MET DE SLOOPHAMER, SLOPWERKEN
Houd de hamer stevig vast met beide handen en sluit aan. Om de beste werkprestaties te bereiken,
oefen op de hamer een stabiele, matige druk (niet overdreven), omdat sterke druk de werkefficiëntie zou
negatief beďnvloeden. De hamer werd in de fabriek gesmeerd en is klaar voor gebruik. Laat de hamer ca.
2-3 minuten onbelast waarmdraaien wanneer het koud weer is of wanneer het gereedschap langere tijd
niet werd gebruikt.
Geslepen beitels verhogen de werkefficiëntie. Schone ventilatiegaten verminderen het risico van de
motoroververhitting.
Tijdens het werk is het mogelijk dat kleine hoeveelheden smeer tussen de beitel en de beitelhouder
uitkomen. Dit is normaal.
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld alvorens instelling of onderhoud aan het
gereedschap uit te voeren.
WERKING /INSTELLINGEN
BEDIENING EN ONDERHOUD
114