PowerPlant GEBRUIKSINSTRUCTIES
DE LIERMODUS SELECTEREN
Voor het op- of aflieren moet de selectieknop naar het
"Haak"-symbool worden gedraaid. Controleer of de
luchtinstallatie open staat en er geen slang
aangesloten is. Tijdens de lierwerking werkt de
compressor ook, maar brengt geen druk of
trekkracht tot stand terwijl de
luchtuitlaatinstallatie open blijft.
MODUS-KEUZESCHAKELAAR
LIERMODIUS
OP- OF AFLIEREN
G E VA A R
Doe het volgende om ernstig of
fataal letsel te voorkomen:
• Houd de handen tijdens de
installatie, het gebruik en het
op- of aflieren altijd weg van
de staalkabel, haaklus, haak en
kabelgeleideropening.
• Wees tijdens de lierwerking
altijd uiterst voorzichtig bij het
hanteren van de haak en de
staalkabel.
• Gebruik tijdens hetop- of
aflieren van de staalkabel en
de installatie of het gebruik
altijd de bijgeleverde
haakstrop om letsel aan de
handen en vingers te
vermijden.
DE STAALKABEL UITREKKEN
• De levensduur van de staalkabel staat in
rechtstreekse verhouding tot de verzorging en het
gebruik ervan. Tijdens het eerste gebruik moet een
nieuwe staalkabel met een belasting van minstens
227 kg op de trommel worden gewikkeld. Wikkel de
volledige lengte van de kabel af, maar laat de laatste
5 wikkelingen op de trommel blijven; wikkel de kabel
daarna met een belasting van 227 kg of meer op. Dit
rekt de nieuwe staalkabel uit en verzekert goede
draadwikkeling op de trommel. Nalaten dit te doen
heeft tot gevolg dat de buitenste draadwikkelingen in
de binnenste wikkelingen worden getrokken, bekneld
raken en de staalkabel zodoende beschadigen.
AFLIEREN
• Aflieren in de vrijloop is over het algemeen de snelste
en gemakkelijkste manier om de staalkabel af te
wikkelen. Om de staalkabel in de vrijloop af te lieren
moet er genoeg kabel worden afgewikkeld om alle
spanning op de staalkabel weg te nemen. Laat de
koppeling los. U kunt nu aflieren in de vrijloop door
handmatig voldoende kabel voor de lierwerking af te
wikkelen. Laat altijd minstens 5 windingen op de
trommel achter.
OPLIEREN ONDER BELASTING
• Overschrijd nooit de gespecificeerde trekcapaciteit van
de lier.
• Wikkel de staalkabel gelijkmatig en stevig op de
trommel. Dit voorkomt dat de buitenste draadwikkelen
in de binnenste wikkelingen worden getrokken, bekneld
raken en de staalkabel zodoende beschadigen.
• Vermijd schokkende ladingen bij het op- of aflieren door
de controleschakelaar met tussenpozen te gebruiken
om de speling in de kabel weg te nemen. Schokkende
ladingen kunnen de gespecificeerde capaciteiten van de
lier en staalkabel tijdelijk aanzienlijk overschrijden.
OPLIEREN ZONDER BELASTING
• Met hulp - laat uw helper de haak met de haaklus
vasthouden, waarbij hij/zij zoveel mogelijk constante
spanning op de staalkabel houdt. Terwijl de kabel
gespannen blijft moet de helper vervolgens in
de richting van de lier lopen, en gebruikt u
de controleschakelaar om de staalkabel op te
lieren. Laat de schakelaar los wanneer de
haak zich minimaal 2,44 m van de
kabelgeleider bevindt. Lier de resterende kabel op
voor opslag.
• Zonder hulp - laat de op te lieren staalkabel zodanig
opwikkelen dat er bij het oplieren geen knikken of
knopen ontstaan. Verzeker u ervan dat de kabel strak
en in gelijkmatige lagen op de trommel gewikkeld
wordt. Lier genoeg staalkabel op om een volgende
volledige laag op de trommel te kunnen maken. Zorg
ervoor dat de laag strak en recht ligt. Herhaal
dit proces tot de haak zich minimaal 2,44 m
van de kabelgeleider bevindt. Lier de resterende
kabel op voor opslag.
DE RESTERENDE KABEL OPLIEREN VOOR OPSLAG
• Beveilig de haak aan een geschikt ankerpunt nabij de
lier. Lier de resterende staalkabel voorzichtig op door
de controleschakelaar met tussenpozen in en uit te
schakelen om de laatste hoeveelheid speling weg te
nemen. Zorg ervoor dat er niet te strak wordt
aangespannen om schade aan de staalkabel of het
ankerpunt te vermijden.
GELUIDSSTOTEN
• De lier is zodanig ontworpen dat hij vanaf het
werkstation van de operator geen grotere geluidsstoten
maakt dan 70 dB. De compressor is zodanig ontworpen
dat hij vanaf het werkstation van de operator geen
grotere geluidsstoten maakt dan 86 dB. De operator
moet zich tijdens het gebruik op minimaal 2,44 m van
de lier bevinden. Indien de lier of compressor deze
waarden overschrijdt, moet het apparaat op een erkend
servicecenter geïnspecteerd worden.
82
PowerPlant GEBRUIKSINSTRUCTIES
De compressor gebruiken
DE COMPRESSORMODUS SELECTEREN
Draai de modus-keuzeschakelaar naar het
"Luchtstoot"-symbool. Verwijder de luchttoegangsdeur
en sluit een luchtslang op de snelkoppeling-installatie
aan.
MODUS-KEUZESCHAKELAAR
COMPRESSORMODUS
AFSTANDSBEDIENING
Schakel de afstandsbediening in. De kleinere
tuimelschakelaar schakelt de compressor in en uit.
G E VA A R
Doe het volgende om ernstig of
fataal letsel te voorkomen:
• De samengeperste luchtstroom
kan beschadiging van het
zachte weefsel op de
blootgestelde huid
veroorzaken en vuil, schilfers,
losse deeltjes en kleine
voorwerpen op hoge snelheid
voortbewegen, wat
eigendomsschade of
persoonlijk letsel tot gevolg
kan hebben.
• Draag bij het gebruik van de
luchtcompressor te allen tijde
een ANSI Z87.1 goedgekeurde
veiligheidsbril met
zijbescherming.
• Richt een mondstuk of
sproeier nooit op enig
lichaamsdeel of op andere
mensen of dieren.
• Zet vóór het verrichten van
onderhoud of het bevestigen
van gereedschappen of
hulpstukken de compressor
altijd uit en laat de druk uit de
luchtslang en tussenkoeler
ontsnappen.
TUSSENKOELER
De tussenkoeler verschaft een kleine luchtkamer die
de luchttemperatuur op de snelkoppeling-installatie
verlaagt. Op de tussenkoeler zit een drukschakelaar
en uitlaatklep gemonteerd.
G E VA A R
Doe het volgende om ernstig of
fataal letsel te voorkomen:
• Blootliggende metalen delen
zoals de compressorkop of
uitlaatslangen aanraken kan
ernstige brandwonden
veroorzaken.
• Raak tijdens of onmiddellijk na
het gebruik de blootliggende
metalen delen op de compressor
nooit aan. De compressor blijft
na het gebruik verscheidene
minuten lang heet.
• Reik niet langs beschermkleden
of probeer niet onderhoud te
verrichten totdat het apparaat
afgekoeld is.
DRUKSCHAKELAAR
De drukschakelaar stopt de compressor automatisch
nadat hij de op de fabriek ingestelde "uitschakel"-
druk van ongeveer 100 psi bereikt. Nadat de druk tot
de "inschakel"-druk van ongeveer 70 psi gedaald is,
start de compressor opnieuw.
UITLAATKLEP
Wanneer de drukschakelaar de compressor niet op
de "uitschakel"-drukinstelling afzet, beschermt de
uitlaatklep hem tegen hoge druk door op ongeveer
125 psi "omhoog te schieten". De uitlaatklep moet
eens per maand met de hand worden bediend om te
verzekeren dat hij vrij beweegt en functioneert. De
uitlaatklep bevindt zich onder en achter de
luchtinstallatie. Trek kortstondig aan de metalen ring.
DE TUSSENKOELER AFTAPPEN
Het is normaal dat condensatie zich in de
tussenkoeler verzamelt. Dit kan bij de uitlaatklep
worden afgetapt door aan de metalen ring te
trekken. Dit moet na elke tien uur gebruik en vóór
een landurige opslagperiode worden gedaan.
83