13. Gebruik van Burst Mode. In Burst Mode geeft het
TENS-apparaat een serie van zeven korte impulsen gevolgd
door een rustpauze. Deze cyclus wordt twee maal per
seconde herhaald. Zet eerst de intensiteitregelaars voor
kanaal 1 en 2 op "O" (Off) en zet vervolgens de Mode-
schakelaar op "B" (Burst Mode). Voer langzaam de intensiteit
en de impulsduur op volgens de richtlijnen van de arts of
therapeut. Let wel: de impulsfrequentie kan niet veranderd
worden in Burst Mode; de impulsfrequentie-regelaar is niet
werkzaam in deze stand.
14. Gebruik van Modulation Mode. Tijdens Modulation Mode
verandert het TENS-apparaat automatisch elke 4 seconden
de amplitude van de impuls. Zet eerst de intensiteitregelaars
voor kanaal 1 en 2 op "O" (Off) en zet vervolgens de Mode-
schakelaar op "M" (Modulation Mode). Voer langzaam de
intensiteit, de impulsduur en de impulsfrequentie op voor
kanaal 1 en/of 2 volgens de richtlijnen van de arts of
therapeut.
Timer (min)
13
60
30
Timer (min)
14
60
30
C
C
11