LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Gevaar voor schade aan het apparaat door een verkeer-
de opstelling.
Gebruik uitsluitend nieuwe en complete slangen
met inbegrip van de noodzakelijke uitrusting. Ver-
vang gebruikte slangen door nieuwe.
De waterslang met afdichtingen bevindt zich in de
wastrommel.
De waterdruk van de waterleiding moet min. 0,1 MPa
(1 bar) en mag max. 1 MPa (10 bar) bedragen. Voer
aan de wasmachine uitsluitend koud water toe.
Controleer na aansluiting of de slang niet is ver-
draaid.
Controleer na aansluiting of de slang en de water-
toevoerklep geen lekkage vertonen.
Controleer de status van de waterslang regelmatig.
9.4.
Waterafvoer
De waterafvoerslang (16) is bevestigd aan de achterwand van de wasmachine.
Afb. K
120 cm
DE
FR
NL
ES
127