23
Nederlands
Frequentie- en werkcyclusmeting DC en AC
(zie afb. 2)
1. Steek de rode testkabel in de aansluiting VΩHz en de zwarte testkabel in de
aansluiting COM.
2. Zet de draaischakelaar in de stand %Hz.
3. Druk op de toets θHz en selecteer zo de functie Hz of werkcyclus. Op het
scherm wordt Hz of % weergegeven.
4. Sluit de testkabels aan over het te meten object. De gemeten waarde wordt
weergegeven op het scherm.
5. Wanneer de meter in de meetmodus voor V of A staat, kan de frequentie of
de werkcyclus worden gemeten door op de toets θHz te drukken.
Diodetest
(zie afb. 2)
Met de diodetest kunt u diodes, transistors en andere halfgeleiders controleren.
De diodetest stuurt een stroom door de halfgeleiderovergang en meet dan de
spanningsdaling over de overgang. Bij een goede siliciumovergang bedraagt de
daling 0,5 V tot 0,8 V.
Als u een diode wilt testen die niet in een circuit is geschakeld, maakt u de
volgende verbindingen:
1. Steek de rode testkabel in de aansluiting VΩHz en de zwarte testkabel in de
aansluiting COM.
2. Zet de draaischakelaar in de diodestand.
3. Druk op de toets Select en selecteer de diodefunctie. Op het scherm wordt
het diodesymbool weergegeven.
66