Raak niet de beschadigde aansluitleiding aan, alvorens u
deze van het net heeft gescheiden. De beschadigde
aansluitleiding kan contact met stroomvoerende onderdelen
veroorzaken.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buitenwerking
stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door
een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats
uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten
opgevolgd worden.
Wordt de netaansluitleiding (indien voorhanden) van dit
toestel beschadigd, moet ze door een bijzondere aansluitlei-
ding worden vervangen die bij de fabrikant of zijn klanten-
service verkrijgbaar is.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen
door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats
uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken. Bij
het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico's
voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.
M
o
n
t
a
g
e
M
o
n
t
a
g
e
zie blz. 161
I
n
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
I
n
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
Overtuigt u zich er van, dat het apparaat compleet en volgens
voorschrift is gemonteerd.
Plaats de hakselmachine vóór het gebruik op een horizontale
en stevige ondergrond (kiepgevaar).
Gebruik het toestel niet op een geplaveide met grind bestrooi-
de vlakte, waarop het uitgeworpen materiaal verwondingen
zou kunnen veroorzaken.
Gebruik het toestel alleen in open lucht. Houd afstand
(minimum 2 m) van een muur of een ander onbuigzaam
voorwerp.
Controleer voor elk gebruik:
−
de aansluitkabels op beschadiging
gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
de machine op eventuele beschadigingen
−
(zie veiligheidsinstructies)
of alle schroeven, moeren en bouten en ander bevesti-
−
gingsmateriaal vast zijn aangetrokken
dat afdekkingen, afwijzers en beschermborden aan hun
−
plaats en in een goede toestand zijn.
102
Aansluiting op het net
Vergelijk de op het typeplaatje van de machine vermelde
spanning, bv 230 V met de netspanning en sluit de machine
aan het desbetreffend en reglementair stopcontact aan.
Gebruik een verlengkabel met voldoende diameter
Beveiliging
2300 W
16 A traag
2800 W
16 A traag
Netimpedantie
Bij
ongunstige
netcondities
inschakelproces van het toestel tot korte spanningsdalingen
komen die andere toestellen kunnen belemmeren (bv knipperen
van een lamp).
Er zijn geen storingen te verwachten, wanneer de maximale
netimpedanties worden opgevolgd.
Vermogensopname P
1
2300
2800
In-/uitschakelaar
Gebruik geen toestel, waarbij zich de schakelaar niet laat in-
en
uitschakelen.
Beschadigde
onmiddellijk door de klantenservice worden gerepareerd of
worden vervangen.
Inschakelen
Druk op de groene knop I . De LED-diode brandt groen.
Uitschakelen
Druk op de rode knop 0 . De LED-diode gaat uit.
Beveiliging tegen opnieuw aanlo-
pen bij stroomuitval
Bij stroomuitval schakelt het toestel automatisch uit (overbe-
lastingsschakelaar).
Zwitserland
10 A traag
13 A traag
13 A traag
kan
het
gedurende
(W)
Netimpedantie Zmax (Ω)
0,31
0,31
schakelaars
UK
het
moeten