Overige veiligheids- en werkvoor-
schriften
■
Draag bij het werken met de machine altijd een
veiligheidsbril .
■
Veiligheidshandschoenen, stevig en antislip
schoeisel en een schort worden aanbevolen .
■
Haal voorafgaand aan alle werkzaamheden
aan de machine de stekker uit het stopcontact .
■
Sluit de machine alleen uitgeschakeld aan
op het stopcontact .
■
Houd de aansluitkabel altijd uit de buurt van
het werkbereik van de machine . Leid de kabel
altijd naar achteren weg van de machine .
■
De gereedschapsas blijft nog even draaien
nadat het apparaat is uitgeschakeld . Leg de
machine pas neer als deze tot stilstand is
gekomen .
■
Kom niet met handen en vingers in de gevaren-
zone van de draaiende machine .
■
Gebruik alleen werkgereedschappen waarvan
het toegelaten toerental minstens zo hoog is
als het op het typeplaatje van het elektrische
gereedschap aangegeven hoogste toerental .
■
Controleer slijpgereedschappen voorafgaand
aan gebruik . Het slijpgereedschap moet perfect
gemonteerd zijn en moet vrij kunnen draaien .
Laat de machine gedurende ten minste 30 se-
conden proefdraaien zonder belasting . Gebruik
geen beschadigde, niet-ronde of vibrerende
slijpgereedschappen .
■
Bij het schuren van metaal ontstaan er vonken .
Zorg ervoor dat er geen gevaar is voor perso-
nen . Vanwege het brandgevaar mogen er geen
brandbare materialen in de buurt zijn (zone
met rondvliegende vonken) . Gebruik geen
stofafzuiging .
■
Houd het apparaat altijd zodanig dat vonken
of slijpstof van het lichaam wegvliegen .
■
50
│
NL │ BE
■
De spanmoer moet zijn vastgedraaid voordat
de machine in gebruik wordt genomen .
■
Onder invloed van extreme elektromagnetische
storingen van buitenaf kunnen in bepaalde
gevallen tijdelijke toerentalschommelingen
optreden .
■
Het te bewerken werkstuk moet worden vastge-
klemd indien het niet door zijn eigen gewicht
stabiel blijft staan .
■
Breng het werkstuk nooit met de hand tegen
het slijpgereedschap .
■
Zorg ervoor dat het slijpgereedschap volgens
de instructies van de fabrikant van het slijpge-
reedschap is aangebracht .
■
De maten van het slijpgereedschap moeten
overeenstemmen met die van de slijpmachine .
■
Werk altijd met de daartoe bestemde werkvlak-
ken van het hulpstuk .
■
Klem het te bewerken werkstuk altijd vast . Houd
nooit een klein werkstuk in de ene hand en de
rechte slijper in de andere terwijl u het gereed-
schap gebruikt . Houd een rechte slijper altijd bij
de daartoe bestemde greepvlakken vast .
■
Breng de rechte slijper naar het werkstuk . Werk
met een matige druk en druk het hulpstuk niet in
het materiaal .
Originele accessoires/hulpstukken
■
Gebruik alleen accessoires en hulpstukken die
vermeld staan in de gebruiksaanwijzing (Techni-
sche gegevens) of waarvan gebruik compatibel
is met het apparaat .
■
Goedgekeurde hulpstukken: gebruik alleen
korundslijpkoppen met een schachtdiameter
die past in de spantang van het gereedschap .
Houd rekening met de informatie bij de Techni-
sche gegevens .
PGS 500 A1