REINIGEN
Het product kan regelmatig worden gereinigd (of na
elk gebruik in een zeeomgeving) met een mild reini
gingsmiddel. Daarna moet het product op natuurlijke
wijze kunnen drogen. Bewegende delen kunnen
regelmatig worden geolied met een lichte olie. Zorg
ervoor dat smeermiddelen niet in contact komen
met onderdelen die afhankelijk zijn van wrijving met
touw en/of met textielcomponenten.
OPSLAG EN TRANSPORT
Het product moet worden opgeslagen in een scho
ne, droge omgeving, vrij van corrosieve of chemi
sche stoffen en uit de buurt van alle bronnen van
directe warmte. Het product moet worden
beschermd tegen schade tijdens het transport.
De ALF is een valbeveiliging die het draaiende wiel in
beide richtingen vergrendelt bij een snelle neerwaar
tse beweging (te snel dalen, vallen of verlies van
evenwicht), ongeacht de bewegingsrichting van het
touw. Dit product is ontworpen om te helpen bij het
beklimmen van een ladder of constructies. Het is
ontworpen voor gebruik op touwenparcoursen, acti
viteiten op het gebied van industriële veiligheid, of
sportklimactiviteiten. De ALF mag alleen worden
gebruikt met goedgekeurde touwen (in Europa
semistatisch EN 1891:1998 (A)). Zie de tabel
[Goedgekeurde touwen] voor meer informatie.
[A] NOMENCLATUUR
1. Draaioog
2. Schroeven in behuizing
3. ANSI Z359.4
4. Draagvermogen (ANSI)
5. Touwaanbevelingen (ANSI)
6. Inspectieaanbevelingen (ANSI)
7. Apparaatnaam
8. Informatie van de fabrikant
9. Inscheerdiagram
10. Onderdeelcode / serienummer
11. CElogo gevolgd door het nummer van de aange
melde instantie die verantwoordelijk is voor
module B van de PBMverordening EU 2016/425
12. Lees de gebruiksaanwijzing
13. Jaar en maand van fabricage
[B] VERZORGING EN ONDERHOUD
Een visuele inspectie van het apparaat en het touw
moet voor, tijdens en na gebruik worden uitgevoerd.
De ALF moet worden geopend en geïnspecteerd
door een getrainde, bevoegde persoon, geautorise
erd door de fabrikant (ISC) en dit ten minste elke 12
maanden. De frequentie van de inspecties kan wor
den verhoogd om rekening te houden met de gel
dende richtlijnen van de industrie, de lokale wetge
ving en de intensiteit van het gebruik
[C] GEBRUIK VAN ALF
1. De gebruiker moet zich altijd onder het hoogste
ankerpunt bevinden
2. Dit apparaat moet worden gebruikt met een
ankerpunt of systeem dat voldoet aan EN 795,
ANSI z359 of een andere erkende norm voor
beste praktijken in de industrie met betrekking
tot het specifieke gebruik ervan, of met een niet
geconstrueerd ankerpunt dat bestand is tegen de
juiste belastingen. Het wordt aanbevolen dat het
ankerpunt zich boven de gebruiker bevindt en dat
de haalbaarheid van een installatie wordt geveri
fieerd door een gekwalificeerd persoon.
3. Het touw kan een doorlopende lus zijn met 2
knopen, zodat wanneer de ene gebruiker de
bovenkant van de ladder heeft bereikt, de volgen