Elektrische Aansluiting Tot Stand Brengen; Werking Controleren; Storingen Verhelpen - Bosch CP1 Instrucciones De Instalación

1
2
3
4
Afb. 11 Aders van het storingsweergavesysteem
[1] Bruine ader
[2] Zwarte ader
[3] Blauwe ader
[4] Storingsweergavekabel
3.4

Elektrische aansluiting tot stand brengen

GEVAAR: Levensgevaar door elektrische stroom!
De condensafvoerpomp mag niet worden geopend wan-
neer deze met het net is verbonden.
B Laat alle elektrotechnische werkzaamheden uitvoe-
ren door een installateur.
B Voor elektrotechnische werkzaamheden: schakel alle
polen van de netspanning spanningsloos en zorg er-
voor dat ze niet per ongeluk opnieuw kunnen worden
ingeschakeld.
Let bij de elektrische aansluiting op het volgende:
• Elektrische aansluiting conform de nationale normen uitvoeren
(Duitsland: VDE 0100).
• Aansluitschema's van alle deelnemende apparaten en de toebehoren
respecteren.
• Elektrische aansluiting voor de condensafvoerpomp uitsluitend ge-
bruiken voor de voedingsspanning van de condensafvoerpomp.
• Controleer, of de aardweerstand lager is dan 38 Ω.
• Condensafvoerpomp via een aardlekschakelaar met een nom. uit-
schakelstroom van niet meer dan 30 mA zekeren.
• De netstekker van de condensafvoerpomp moet goed toegankelijk
zijn.
B Netstekker van de condensafvoerpomp in een geaarde contactdoos
aansluiten.
3.5

Werking controleren

De condensafvoerpomp moet minimaal eenmaal per jaar
op goede werking worden getest.
Functiebeschrijving
De condensafvoerpomp heeft een vlotter. De condensafvoerpompbak is
uitgevoerd met een vlotterschakelaar, die het pompbedrijf aanstuurt.
Zodra condenswater in de condensafvoerpomp terecht komt, wordt de
pomp in bedrijf gesteld.
• De vlotterschakelaar schakelt de pomp in en uit.
Bij aangesloten storingsweergavesysteem:
• Bij eeen abnormaal hoog waterpeil wordt het storingsweergavesys-
teem geactiveerd.
CP1 – 6 720 645 612 (2012/10)
• Ter beveiliging van de elektronische schakelonderdelen van de con-
Werking van de pomp en de vlotterschakelaar controleren.
B Water in de condensafvoerpomp vullen, tot de pomp inschakelt.
B Controleer, of het water door het werken van de pomp wordt afge-
6 720 645 612-09.2ITL
B Controleer, of de pomp uitschakelt.
Werking van het storingsweergavesysteem controleren
B Water vullen, tot de storingsweergave activeert.
B Controleer of het storingsweergavesysteem de werking van de geïn-
B Water vullen stoppen.
B Controleer, of het water door het werken van de pomp wordt afge-
B Controleer, of de pomp uitschakelt.
B Controleer of het storingsweergavesysteem weer naar de normale
Bij optreden van een storing
B Storing zoeken en oplossen.
3.6
Storing
Condensafvoerpomp
schakelt niet in.
Condensafvoerpomp
transporteert niet.
Tab. 3 Storingen
Wat het storingsweergavesysteem activeert, is afhanke-
lijk van de geïnstalleerde uitvoering van de aansluiting
( hoofdstuk 3.3, pagina 48).
densafvoerpomp wordt het water, dat na activeren van de storings-
weergave verder in de tank loopt, via de overloopinrichting van het
deksel afgevoerd.
voerd.
stalleerde aansluituitvoering activeert
( hoofdstuk 3.3, pagina 48).
voerd.
toestand schakelt.
De condensafvoerpomp is gereed voor bedrijf.

Storingen verhelpen

GEVAAR: Levensgevaar door elektrische stroom!
De condensafvoerpomp mag niet worden geopend wan-
neer deze met het net is verbonden.
B Laat alle elektrotechnische werkzaamheden uitvoe-
ren door een installateur.
B Voor elektrotechnische werkzaamheden: schakel alle
polen van de netspanning spanningsloos en zorg er-
voor dat ze niet per ongeluk opnieuw kunnen worden
ingeschakeld.
B Werkzaamheden aan de elektrische delen van de
pomp mogen alleen door geautoriseerd serviceperso-
neel worden uitgevoerd.
Mogelijke
oorzaak
Netstekker is niet
aangesloten.
Stroomuitval
Vlotter is geblok-
keerd.
Condensafvoer-
slang is verstopt.
Terugslagklep is
geblokkeerd.
Afvoerslang is ver-
stopt.
Installatie
Oplossing
B Stekker
insteken
B Netspanning controle-
ren
B Waterbak
controleren.
B Inlaatslang van de
condensafvoerpomp
reinigen.
B Klep reinigen.
B Afvoerslang reinigen.
49