NL
BE
op de opening aan het motorhuis (11),
dat de kliksluitingen (21) hoorbaar
vastklikken.
5. Bevestig de lussen (18a+b) van de
opvangzak (16) aan de bovenste
blaas-/zuigbuis (2b) en aan de behui-
zing (11) van het apparaat.
Draagriem aanbrengen:
6. Haak de draagriem (5) aan de beves-
tigingsbrug (6) in.
Bedienen
Gevaar voor verwondingen!
Draag bij werkzaamheden met
het apparaat geschikte kleding en
werkhandschoenen. Vergewis u
telkens vóór gebruik dat het appa-
raat in staat is om te functioneren.
Vergewis u dat de opvangzak en
de buis juist gemonteerd zijn en
dat de draagriem correct voor
de werkzaamheden ingesteld is.
Indien er een schakelaar bescha-
digd is, mag er met het apparaat
niet meer gewerkt worden. Gelieve
erop te letten dat de netspanning
met het typeaanduidingplaatje aan
het apparaat overeenstemt.
Gelieve de geluidswering en de
plaatselijke voorschriften in acht te
nemen. Bedien het apparaat uit-
sluitend op billijke tijdstippen - niet
's morgens vroeg of laat 's avonds
wanneer andere mensen gestoord
zouden kunnen worden.
Na het uitschakelen van het ap-
paraat draait het schoepenrad
nog een tijdje verder. Gevaar
voor verwondingen door draai-
end werktuig.
38
Ingebruikname (afb. 3)
Let er vóór het inschakelen op dat
het apparaat geen voorwerpen
raakt. Let op een veilige stand.
Het apparaat kan pas ingescha-
keld worden wanneer de complete
blaas-/zuigbuis gemonteerd is.
1. Vorm uit het uiteinde van het verleng-
snoer een lus en bevestig deze aan de
kabelhouder (13). Door de snoerontlas-
ting wordt voorkomen, dat de elektrische
steekverbinding per ongeluk loskomt.
2. Vergewis u dat het apparaat uitge-
schakeld is en sluit het apparaat op de
netspanning aan.
3. Doe de draagriem (5) om en stel deze
op de optimale lengte in. Houd het
apparaat tijdens de werking met één
hand aan de kasthandgreep (9) en met
de andere aan het extra handvat vast.
8
7
4
14
4. Ter keuze van het bedrijfssoort draait
u de bedrijfssoort-keuzeschakelaar op
het gewenste symbool (14).
afb. 3
5
9
13