2. Sluit teststift L2 aan op elk gewenst
contactpunt. De zoemer en een brandend
lampje (pos. 4 afb. 1) duiden de aanwezigheid
van een fase aan.
Doorverbindingstest
1. Controleer door middel van een
spanningstest of er geen spanning staat op het
te testen object.
2. Sluit de stiften L1 en L2 aan op het te testen
object. De zoemer klinkt en het lampje Rx/Ω
gaat branden als het circuit niet onderbroken is.
Draaiveldaanduiding
De draaiveldaanduiding wordt gebruikt voor het
vaststellen van de draairichting van
driefasemotoren.
1. Sluit stift L1 aan op fase L1 en stift L2 op
fase L2.
2. Raak de contactelektrode aan (pos. 8 afb.
1). Draag geen geïsoleerde handschoenen of
dergelijk materiaal.
3. Lees de spanning af en de draaiveldrichting
R (rechtsdraaiend veld) of L (linksdraaiend
veld).
De batterijen vervangen
Als de zoemer niet afgaat wanneer u de
teststiften kortsluit of als geen lampjes gaan
branden, moeten de batterijen worden
vervangen.
1. Draai het batterijdeksel onder op het handvat
(pos. 12 afb. 1) los in de richting van de pijl.
2. Vervang de batterijen met 2 st. 1,5 V, type
AAA. De pluspool moet richting het
batterijdeksel wijzen. Breng het deksel weer
aan.
Français
Testeur de tension Limit 110 / 112
Caractéristiques Générales
- 110 indique la tension 12, 24, 120, 230, 400,
690 VCC (Courant Continu) et VCA (Courant
Alternatif)
- 112 mesure 12...690 V VCC et VCA. Lecture
1 V. Précision + 3 % + 5 chiffres.
Français
- Mesure de Continuité 0...400 KΩ.
(zie afb. 2)