LEXIBOOK DJ052 Serie Manual De Instrucciones página 115

deoclip of
4. Druk op de OK knop (17) om het submenu te openen.
5. Gebruik de OMLAAG/MODUS (DOWN/MODE) knop (15) om het gewenste item te
6. Druk op de OK knop (17) om de instelling te bevestigen.
IMER)
7. Druk op de LINKS/ZELF-TIMER (LEFT/SELF-TIMER) knop (16) om het menu te sluiten
lecteren.
te nemen.
R (LEFT/
Fotomenu
erm
1. Grootte (Size)
Er zijn vijf opties: [1.3M] / [3M] / [5M] / [8M] / [12M]
2. Kwaliteit (Quality)
Past de resolutie aan. Selecteer een lagere beeldkwaliteit om de beeldgrootte te verlagen
YBACK)
zodat u meer foto's kunt nemen: [Fijn (Fine)]/ [Standard (Standaard)]/ [Besparing
en.
(Economy)].
rlopen:
3. Scenemodus (Scene Mode)
rwijderen
Past de sluitersnelheid en kleur naar gelang de sceneomstandigheden aan: [Automatisch
(Auto)]/ [Sport]/ [Nacht (Night)]/ [Portret (Portrait)]/ [Landschap (Landscape)]/
NKER/
[Achtergrondverlichting (Backlight)].
14) knop
4. BW (EV)
de OK
Stelt de belichtingswaarde manueel in als compensatie voor ongewone
lichtomstandigheden zoals onrechtstreekse binnenverlichting, donkere achtergronden of
een felle achtergrondverlichting. Het bereik van de belichtingswaarde is -2,0 tot 2,0.
neer in
5. Witbalans (White balance)
agina 99
Past de kleur naar gelang uw lichtbron aan: [Automatisch (Auto)]/ [Daglicht (Daylight)]/
[Bewolkt (Cloudy)]/ [Wolfraam (Tungsten)]/ [Fluorescerend (Fluorescent)].
6. ISO
IKEN
Stelt de ISO-snelheid in (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) om aan het lichtniveau
en ga
van de omgeving te voldoen: [Automatisch (Auto)]/ [100]/ [200]. Selecteer een hogere
waarde als u foto's in donkere ruimten neemt of een foto van een snel bewegend
e drukken.
subject neemt, en een lagere waarde om een hoogwaardig beeldkwaliteit te krijgen. Met
'Automatisch (Auto)' wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld om aan de scenemodus
te voldoen.
7. Kleur (Color)
Wijzigt de kleurtoon van de foto: [Standaard (Standard)]/ [Helder (Vivid)]/ [Sepia]/
[Monochroom (Monochrome)].
8. Verzadiging (Saturation)
Wijzigt de kleur van de foto: zuiverheid [Hoog (High)]/ [Normaal (Normal)]/ [Laag (Low)].
9. Beeldscherpte (Sharpness)
Wijzigt de scherpte van de foto's waardoor de randen meer of minder duidelijk zijn: [Hard]/
[Normaal (Normal)]/ [Zacht (Soft)].
DJ052seriesIM1242_15Jun_V09.indb 115
selecteren.
en naar de fotomodus terug te keren.
115
15/06/2012 11:03 AM