•
Slijp één tand van het zaagblad naar rechts en de
volgende tand naar links, zie de afbeelding.
Let op:
Slijp de randen van de tanden met een
platte vijl als het blad zwaar versleten is. Ga verder
met slijpen met een ronde vijl.
•
Slijp alle snijkanten gelijkmatig om het blad in balans
te houden.
•
Pas de bladinstelling aan op 1 mm (0,04 inch) met
het aanbevolen instellingsgereedschap. Raadpleeg
de met het blad meegeleverde instructies.
WAARSCHUWING:
dat beschadigd is altijd weg. Probeer niet
om een verbogen of verdraaid blad recht te
buigen en opnieuw te gebruiken.
Trimmerkop
WAARSCHUWING:
voor dat de trimmerdraad strak en
gelijkmatig rond de trommel is gewikkeld om
schadelijke trillingen te voorkomen.
•
Gebruik alleen aanbevolen trimmerkoppen en
trimmerdraden.
•
Gebruik alleen de aanbevolen snijuitrusting.
1681 - 001 - 28.06.2021
15˚
Gooi een blad
Zorg er altijd
•
Kleinere machine hebben over het algemeen kleine
trimmerkoppen nodig en omgekeerd.
•
De lengte van de trimmerdraad is belangrijk. Een
langere draad vereist een groter motorvermogen dan
een korte, ook al is de diameter van de draad even
groot.
•
Zorg ervoor dat het mes dat op de
trimmerbeschermkap zit, niet beschadigd is.
Hiermee wordt de trimmerdraad op de juiste lengte
gesneden.
•
Om de levensduur van de trimmerdraad te
verlengen, kunt u deze een paar dagen in water
weken voorafgaand aan gebruik.
Brandstofveiligheid
•
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
•
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
•
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
•
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
•
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
•
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
•
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
•
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
•
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
•
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
•
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
•
Vul geen brandstof voor de motor bij in een
afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden
tot ernstig letsel of de dood door verstikking of het
inademen van koolmonoxide.
•
Draai de tankdop goed vast, zodat er geen brand
kan ontstaan.
•
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
•
Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank.
•
Zorg dat er geen brandstof wordt gemorst wanneer u
het product of de jerrycan met brandstof verplaatst.
•
Plaats het product of de jerrycan met brandstof niet
op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan
167