Probleem
De waarschuwing
"KALIBRATIE
MISLUKT" verschijnt.
Mogelijke oorzaak
De waarde van de
kalibratieoplossing in de
instellingen voor
automatische kalibratie wijkt
af van de waarde op de fles
met kalibratieoplossing.
De fles met
kalibratieoplossing is leeg.
Er is een lek of verstopping
in de slang van de
kalibratieoplossing.
De pomp van de
kalibratieoplossing werkt niet
naar behoren.
De roerstaaf draait niet.
Opmerking: De roerstaaf draait
onregelmatig.
De roerstaaf bevindt zich niet
in het overloopvat.
Oplossing
Wijzig de waarde van de kalibratieoplossing
in het kalibratiemenu in de waarde die op de
fles met kalibratieoplossing is vermeld.
Raadpleeg Instellingen automatische
kalibratie in de bedieningshandleiding.
Vervang de kalibratieoplossing. Raadpleeg
Kalibratie- en reactiveringsoplossingen
vervangen
op pagina 210.
Zoek naar een verstopping of lek in de
slang. Vervang de slang indien nodig.
Druk op diag en selecteer dan TEST
UITVOEREN > MONSTERAFVOER om het
overloopvat volledig af te tappen.
Druk op diag, selecteer dan TEST
UITVOEREN > TOEVOER
KALIBRATIESTANDAARD om de
kalibratieoplossingspomp aan te zetten. Als
de kalibratieoplossing niet naar het
overloopvat stroomt, vervang dan de
kalibratieoplossingspomp.
Druk op diag, selecteer dan TEST
UITVOEREN > MIXER om de mixerpomp
aan te zetten. Als de roerstaaf niet beweegt,
vervang dan de mixermotor.
Zorg ervoor dat de roerstaaf zich in het
overloopvat bevindt.
Nederlands 227