NL
Veiligheidsvoorschriften
• U dient de wettelijke veiligheids
!
voorschriften en bepalingen ter
voorkoming van ongevallen in
acht te nemen.
• U moet de spanning uitschakelen
bij alle apparaten, machines en
installaties die bij de montage
zijn betrokken.
• U moet stoten en slagen tegen de
as vermijden aange zien dit kan
leiden tot beschadiging van de
kogellagers. U dient een geschikte
flexibele askoppeling te gebruiken.
Welke askoppeling geschikt is,
hangt af van de hoek- en asver-
schuiving, de versnelling, de tem -
peratuur, het aantal rotaties en de
in de specificaties van de gever
aangegeven toegestane belasting
van de lagers.
• U dient geen elektrische leidin-
gen op de gever aan te sluiten of
van de gever los te maken
wanneer de elektriciteit nog is
ingeschakeld. Dit kan tot bescha-
diging van de apparatuur leiden.
• Voor een correcte werking van de
apparatuur moet deze goed wor-
den geaard of worden verbonden
met de kabelmantel conform de
EMC-voorschriften.
Ausgabe 05 / 10
Wijzigingen en correcties voorbehouden
•
Inkrementele impulsgevers
DGS60
Benodigde gereedschappen/onderdelen
Voor de montage met behulp van de
schroefgaten in de flens, zijn M4-bouten
nodig. De lengte van de bouten en de vorm
van de kop zijn afhankelijk van de situatie.
Voor de montage door middel van de
servogroef zijn servoklemmen en M4-bouten
vereist. De lengte van de bouten is
afhankelijk van de situatie.
In geval van gevers met een spreidas is het
instelgereedschap EW1 benodigd of de
pijpsleutel SW8 en de inbussleutel SW4.
Nulpunt vooraf instellen
- Massieve as Ø 6: As zo draaien dat
inkerving (6) tegenover markering (5) op
de flens komt te staan (afbeelding 1c).
- Massieve as Ø 10: As zo draaien dat
vlak (6) op de as tegenover markering (5)
op de flens komt te staan (afbeelding 2b).
- Spreidas Ø 10: Het nulpunt hoeft niet
vooraf te worden ingesteld omdat dit na
de montage kan worden gebeuren.
Algemene aanwijzingen
Hoe nauwkeuriger de gever is gecentreerd,
hoe kleiner de hoek- en asverschuiving bij de
montage is en hoe minder de koppeling en
de lagers van de gever worden belast.
Om te voorkomen dat er bij de montage te
veel spanning op de koppeling komt te staan,
moet u eerst de flens monteren en dan pas
de koppeling op de aandrijfas bevestigen.
Bij gevers met een stekkeruitgang in de
behuizing, is de stekkerbehuizing elektrisch
geleidend met de behuizing verbonden.
Bij gevers met een kabeluitgang is de
gevlochten mantel met de behuizing
verbonden. Volgens de EMC-voorschriften
dient de behuizing of de kabelmantel te
worden geaard of op een massa te worden
aangesloten. Dit kan gebeuren via de
behuizing van de contrastekker of via de
gevlochten mantel van de kabel. De
kabelmantel moet zo worden aangesloten
dat deze goed contact maakt.
8013428