Technische Kenmerken; Installatie - Johnson Controls YORK VIR-25A Instrucciones De Instalación

Economizer voor VIR-25
tot 90A
Deze instructies geven de noodzakelijke
informatie over het correct ter plaatse instal-
leren van de sluizen van de economizer.
De economizer bevindt zich in het retourge-
deelte van de binnenunit VIR (Zie Fig.1).
De printplaat, kabels en het voor de instal-
latie benodigde materiaal wordt bij dit toe-
behoren meegeleverd.

Technische kenmerken

Dit toebehoren omvat de sluizen voor de
retourlucht en de buitenlucht, een motor met
modulerende retourveer middels tempera-
tuurregeling (enthalpie-voelers optioneel).
Het toebehoren bestaat uit:
- Sluiseenheid, met motor voor buiten-
lucht.
- Sluiseenheid, met motor voor retour-
lucht.
- Printplaat, kunststof afscheidingen en
beschermkap.
- Temperatuurvoelers voor retourlucht,
buitenlucht en uitblaaslucht.
- Kabelset, voorbereid voor aansluiting of
de eigen bedrading van het toestel.
- Set panelen en steunen.
- Schroeven en doorvoeren voor montage.

Installatie

De hoofdstroomvoorziening van het toestel
middels de schakelaar Q1 uitschakelen.
Alvorens de economizer te installeren dient
men te weten hoe het buitenkanaal wordt
aangesloten. Er zijn twee mogelijkheden:
kanaal aan bovenzijde of kanaal aan onder-
zijde (Fig. 1 en 2).
De economizer als volgt installeren:
1. Montage buitenluchtinlaat met kanaal
aan bovenzijde (standaard opbouw).
De sluis voor de buitenlucht bevindt zich
in het bovenste deel en de kast van de
economizer moet tegenover het raam van
het filter van het betreffende VIR toestel
worden geplaatst. Voor de bevestiging
dienen de bijgeleverde schroeven, moeren
en ringen te worden gebruikt. Eerst dienen
de panelen te worden verwijderd om de
schroeven aan te kunnen brengen.
2. Montage buitenluchtinlaat met kanaal
aan onderzijde.
De zijsteunen moeten worden gedemon-
teerd en aan de tegenoverliggende zijde
worden gemonteerd. Hierna de kast van
de economizer volledig omdraaien zoals
in de figuur te zien is. Voor de aansluiting
op de VIR binnenunit op dezelfde wijze
te werk gaan als voor de standaardmon-
tage.
3. Stand van de sluizen. De stand van
de sluizen in ruststand is: buitenlucht
gesloten en retourlucht open. De stand
van de sluizen controleren.
4. Aansluiting kabels van de regelplaat van
de economizer. De kabels van de kabel-
streng van de economizer volgens het
schakelschema aansluiten; voedingska-
bels (J17, 580 en 581), communicatie-
kabel toebehoren (J16, 700). Kabel van
de motor (R-rood, C-zwart, = 10V grijs),
retoursensor (J13-zwart), buitensensor
(J3-wit) en uitblaassensor (J6-geel).
5. Montage temperatuurvoelers voor de
retourlucht, buitenlucht en uitblaaslucht.
Afhankelijk van de montage van de
sluizen wordt aanbevolen de sensor-
steunen en de temperatuurvoeler voor
de retourlucht (B15), buitenlucht (B17)
en uitblaaslucht (B16) te plaatsen op
een afstand van minimaal 1 m van de
opening van het kanaal dat op het toestel
is aangesloten.
6. Montage enthalpie-voeler, ref. C7400A
(optie niet van toepassing). De enthalpie-
voelers zijn een optioneel toebehoren die
niet kunnen worden geïnstalleerd met de
economizer van de VIR-toestelen
7. Instelling jumper J19, J20 en ENTALP.
- Jumper J19: standaardinstelling is open,
instelling werking economizer. Als deze
dicht gezet wordt, instelling werking door
motor bediende sluis.
- Jumper J20: standaardinstelling is open,
instelling sluis voor buitenlucht dicht
met alarm hoge temperatuur-rook. Als
deze dicht gezet wordt, instelling sluis
voor buitenlucht open met alarm hoge
temperatuur-rook.
- Jumper ENTALP, S2. Standaardinstelling
open zonder entalpie-voelers.
8. Configuratie printplaat economizer en
afstelling van de minimale opening.
Nadat het toebehoren samen met de
benodigde onderdelen gemonteerd is,
wordt de stroomvoorziening naar het
toestel weer ingeschakeld.
Controleren of de groene led (V1) van
de printplaat van de economizer (A4)
brandt.
Om de toebehoren te herkennen en
te configureren moet u de testknop
van de Yklon plaat (A1) indrukken en
deze langer dan 3 seconden ingedrukt
houden totdat de rode led aan gaat.
Als de procedure voor het zoeken en
configureren start, gaat de rode led van
de plaat branden en blijft branden totdat
de bewerking beëindigd is. Als de rode
led uit is, dient u te controleren of de
groene led (V1) van de printplaat van de
economizer knippert om aan te geven
dat het toebehoren geconfigureerd is.
Er zit een potentiometer, P1, op de print-
plaat van de economizer waarmee hand-
matig de sluis gemoduleerd kan worden
om de werking ervan te controleren. De
sluis komt na 30 seconden terug in de
bedrijfsstand.
Op voorwaarde dat de binnenventilator
ingeschakeld is, zal de sluis een pro-
centuele stand innemen om de lucht in
de ruimte te verversen, de standaard
waarde die in de fabriek ingesteld is,
bedraagt 10%. Dit minimumpercentage
kan met de potentiometer, P1, of via
het communicatienetwerk vastgelegd
worden. Om dit met de potentiometer
NL
vast te leggen moet de meter zo inge-
steld worden dat de gewenste minimale
opening verkregen worden waarna de
configuratietoets, SW1, 3 seconden in-
gedrukt moet worden gehouden om de
waarde in het geheugen op te slaan.
9. Luchtkwaliteitsonde (optie).
De luchtkwaliteitsonde is voorzien van
een VOC-sensor (vluchtige organische
verbindingen) die de VOC-concentraties
in de lucht vergelijkt met de standaard-
waarden die op de sonde ingesteld zijn;
wordt deze waarden overschreden, dan
schakelt de sonde via een relais de
uitgang Y1 bij.
Het uitgangssignaal van 230 VAC tussen
Y1 en N wordt op de omzettingskaart van
230 VAC naar 5 VDC aangesloten. Deze
kaart wordt naast de regelkaart van de
economizer gemonteerd en de signaal-
kabel 5 VDOC dient in te schakelen
als J18 op de kaart van de economizer
verbonden wordt.
Als er aan de op de ruimtethermostaat
ingestelde temperatuur voldaan wordt
en er vraag is naar luchtkwaliteit gaat
de sluis in de geprogrammeerde mini-
mumstand voor luchtverversing open en
schakelt de binnenventilator in. Hierna
wordt de opening van de sluit vergroot
rekening houdend met de maximale
(30°C) en minimale uitblaastemperatuur
(12°C). Als de vraag naar luchtkwaliteit
ophoudt of de thermostaat koeling of
verwarming vraagt, keert de sluis terug
in de minimumstand voor de luchtver-
versing. Als de thermostaat geen koeling
of verwarming vraagt en de binnenven-
tilator in automatisch bedrijf is, schakelt
de ventilator uit en worden de sluizen
gesloten.
Op de sonde kunnen drie verschillende
niveaus voor de luchtkwaliteit ingesteld
worden al naar gelang de stand van de
jumper:
Luchtkwaliteitssonde
�
�������������������
��������������������������������������������
�����������������������
� � ��������������
������������
��������������
�
�
� �
�
27