4.11 IDENTIFICATIE BRANDERKOP
Het type van de geïnstalleerde branderkop kan worden bepaald door te controleren of er al dan niet een letter in de gasverdeler is
gegraveerd.
20083158
Type gas
5.
ONDERHOUD
Alvorens wat voor reiniging of controle dan ook uit te voeren, de stroom van de brander halen door mid-
del van de hoofdschakelaar van de installatie en de gaskraan sluiten.
Aan de brander moet periodiek onderhoud verricht worden door bevoegde personen en in overeenstemming
met de wet en plaatselijke normen.
Dit periodiek onderhoud is van essentieel belang voor een goede werking van de brander; zo wordt er onnodig
verbruik van brandstof vermeden en worden de milieubelastende emissies in de omgeving beperkt.
DE BASISPROCEDURE'S VOOR HET ONDERHOUD ZIJN DE
VOLGENDE:
Controleer regelmatig de openingen van de gasverspreider
op mogelijke verstoppingen en maak ze, indien nodig, schoon
met behulp van een puntig stuk gereedschap, zoals afge-
beeld in figuur 11.
Controleer of de toevoer- en afvoerleidingen van de brandstof,
de luchtaanzuigzone's en de afvoerleidingen voor de verbran-
dingsproducten niet verstopt of afgekneld zijn.
Controleer de elektrische aansluitingen van de brander en van
de gasstraat.
Controleer de plaatsing van het drukafnamepunt (8, fig. 1, blz. 2).
Controleer of de gasstraat geschikt is voor het vermogen van de
brander, voor het type gebruikt gas en voor de druk van het gasnet.
Controleer de plaatsing van de verbrandingskop en de bevesti-
ging ervan aan de ketel.
Controleer de plaatsing van de luchtklep.
Controleer de plaatsing van de ionisatiesonde en van de elektrode (zie fig. 9, blz. 12).
Controleer de afstelling van de luchtdrukschakelaar en van de gasdrukschakelaar.
Laat de brander ongeveer tien minuten op zijn volle vermogen werken met alle in deze handleiding vermelde af-
stellingen. Voer dan een verbrandingsanalyse uit en controleer hierbij het volgende:
Percentage CO
(%);
2
●
Ionisatiestroom (µA);
●
20098903
Fig. 10
G20
G30 - G31
P
CO-gehalte (ppm);
●
Temperatuur van de rookgassen aan de schouw.
●
●
14 NL
E9252
NOx -gehalte (ppm);
Fig. 11